Anna Maria van Schurman in brons
De temperatuur in de oven op het Domplein loopt op. Evenals de spanning bij alle aanwezigen. Wanneer is het brons heet genoeg om er de Anna Maria van te gieten? Rond tien uur ’s avonds lijkt het eindelijk zo ver. Klokkengieter Simon Laudy knoopt zijn leren schort voor. Het publiek houdt de adem in als het gloeiend hete brons wordt overgegoten in de klokkenmal. Over niet al te lange tijd zal deze klok in de toren van het Academiegebouw worden gehesen.
Deze 18de september 2010 gaat de geschiedenisboeken in als de dag dat de klok Anna Maria van Schurman is gegoten. Een luidklok die in de toren komt te hangen van het Academiegebouw. De klok is een cadeau van het Utrechts Klokkenluiders Gilde. Een groep mannen en vrouwen die zich altijd al hebben afgevraagd waarom het Academiegebouw een toren heeft, maar geen klok. Het leek het Gilde daarom leuk om de Universiteit Utrecht voor haar 375ste verjaardag komende maart een klok voor de toren te schenken. Een cadeau dat door de universiteit met open armen werd ontvangen.
Het gilde ging op zoek naar de nodige financiën en vond deze bij verschillende fondsen. Om er ook een echte Utrechtse happening van de te maken, wilden de klokkenluiders dat de klok gegoten zou worden als in de tijd van Anna Maria van Schurman, de eerste vrouwelijke student van de Utrechtse universiteit. Het gilde ging op zoek naar een klokkengieter die het aandurfde om in de open lucht op de ouderwetse manier de klok te maken. Die werd gevonden in de persoon van Simon Laudy uit Finsterwolde. “Er zijn drie klokkengieters in Nederland en Simon is de enige die het aandurfde”, zegt Arie Noordermeer van het Gilde. “Maar dat niet alleen”, vervolgt Noordermeer, “Simon is een echte Utrechter die Achter de Dom heeft gewoond, in dezelfde straat als waar Anna Maria van Schurman opgroeide.“
1150 graden
Het gieten van een klok in de open lucht heeft nogal wat tijd nodig. Laudy begint tegen twee uur met de voorbereidingen. Eerst bouwen de mannen uit het hoge noorden een afdak waaronder ze de bakstenen oven van ongeveer een meter bij een meter bij een meter metselen. De wanden van dit bouwwerk worden aan de buitenkant dichtgesmeerd. Zo’n 15 centimeter van de grond hangt een rooster in de oven waar de pot met stukken brons op zal rust, omgeven door hete kolen. De oven wordt afgesloten met een dik deksel en de rook wordt afgevoerd door een enkele meters hoge metalen pijp. Een blaasbalg zorgt er voor dat er onder in de oven lucht wordt geblazen om het vuur op te laten laaien. De temperatuur in de oven moet oplopen tot 1150 graden Celsius, dan is het brons zo heet en vloeibaar dat het gegoten kan worden. Onder hetzelfde afdak staat ook een ronde cementen vat. Hier in zit de mal van de klok.
Klokkenpoëzie
Terwijl de klokkengieter en zijn maten druk zijn met de voorbereidingen, is er op het Domplein en in het Academiegebouw van alles te doen. Er zijn interviewtjes, lezingen, muziekuitvoeringen en poëzie. Alles draagt natuurlijk het thema klok. Tijdens de lezing van architect Henk Scholte die onder meer zorg draagt voor de constructie waaraan de klok in de toren van het Academiegebouw komt te hangen, wordt verteld hoe de klok is ontstaan. Kort gezegd: de klok is uitgevonden om de aandacht van een grote groep mensen te trekken. Eerst waren er de handklokken die enige vergelijking vertonen met een koebel en daarna pas de klok zoals wij die kennen. Het belangrijkste aan een klok is het geluid, vertelt Scholte. Het is de kunst van de gieter om een klok te maken met een mooie toon. Voor het Academiegebouw is gekozen voor een cis 3, een technische term dat zo veel zegt als dat de klank hoger is dat de Jan Baptist uit 1505 uit de Domtoren (een cis 1) en de Johan Baptist Minor uit 1988 (een fis 2) uit de Domkerk. Elke klok, zo legt Scholte uit, heeft zijn eigen herkenbare klank en bij het zoeken van een mooie toon voor de Anna Maria is geluisterd naar de omliggende klokken zodat ze samen een mooi geluid zullen voortbrengen. “Belangrijk om te weten”, zegt Scholte, “is dat deze 75 kilo zware klok niet na het gieten wordt gestemd zoals vaak gebruikelijk is, maar ze wordt meteen op klank gegoten.”
Ui t de lezing van Scholte is ook te leren wat de relatie is tussen klokken en (dicht)kunst. “Vrijwel elke klok is versierd en er staat meestal een inscriptie op. De oertekst van een klok bestaat uit de regels: ‘Ik roep de levenden. Ik beween de doden. Ik breek de bliksem’. Op de grootste klok uit de Domtoren staat : ‘Dagelijks roep ik u toe’.”Ook de Anna Maria krijgt een inscriptie. Het zijn de eerste regels uit een brief die ze aan een vriendin schreef nadat ze Utrecht als woonplaats had verlaten. ‘O, Utrecht, lieve stad. Hoe zoud ik u vergeten’.
Kanonnen
Rond zeven uur ’s avonds gaat het vuur in de oven aan. Kolenrook vult het Domplein. Klokken worden geluid. Arie Abbenes bespeelt de reizende beiaard terwijl het Utrechtse Studenten Koor en Orkest, het USKO, zich gereed maakt voor een spectaculair optreden met de beiaard en echte kannonen. Het gaat om de Ouverture 1812 van Tschaikowsky. Een compositie waar de componist zelf niet zo blij mee was, maar wat zijn meest uitgevoerde stuk wordt. Het is een compositie die gaat over de slag bij Borodino, licht dirigent Gilles Michels toe. De Russen verslaan hier het leger van Napoleon. Het USKO voert de ouverture uit samen met de beiaardier en kanonniers. Zes kanonschoten zullen er tijdens de uitvoering worden gelost. En wat kannonen dan weer te maken hebben met klokken? “In tijden van oorlog werden klokken omgegoten tot kanonnen en in vredestijd werden de kanonnen weer klokken.”
Terwijl de oven langzamer opwarmt dan verwacht – het vocht in de lucht zorgt voor zwaardere rookvorming en daardoor voor minder hitte – wordt collegevoorzitter Yvonne van Rooy geïnterviewd door Ruth Peetoom over het naderende lustrumfeest en het geschenk. “De prachtige klok en het optreden van het USKO is een dubbel cadeau vandaag voor onze 375ste verjaardag.”Ze licht een tipje van de sluier op als het gaat om het lustrumfeest. Er komen wetenschappelijke congressen waarvan één samen met het precies even oude Harvard, er zullen vele culturele evenementen zijn en er komt de Utrecht marathon, een estafetterace in het kader van het lustrum waarmee geld wordt opgehaald voor een Utrechts project voor sport in de wijk. “Ik train elke zondag, maar hoe veel meter ik ga rennen, verklap ik nog niet.”
Vuurvaste schort
Na lang wachten is het dan eindelijk zo ver. Er is gespeeld op klokken, er is gezongen door onverwacht bezoek er is gemopperd op de vele fotografen en filmers die het zicht van de oven ontnemen van de bezoekers achter de dranghekken, maar dan knoopt Simon Laudry zijn leren schort voor, trekt zijn vuurvaste handschoenen aan , meet nog een keer de temperatuur van de oven met een metalen staaf en geeft het signaal dat het brons heet genoeg is. De schoorsteen wordt ontmanteld, het deksel gaat van de oven, een stukje van de ovenmuur wordt gesloopt. Het katrol wordt naar de oven getrokken, de tang om de gloeiend hete pot vast te houden wordt gereed gehouden. Langzaam wordt de hete pot uit de oven getrokken en boven de giethulp gemanoeuvreerd. Twee mannen pakken de giethulp beet en brengen de pot naar de mal. Op het teken van Laudry wordt de pot gekiept en stroomt het roodhete brons de mal in. Helaas duurt het een dag of twee voor het brons voldoende is afgekoeld om de klok uit de mal te bevrijden, maar het vertrouwen dat de klok goed is gegoten is groot. Het is 23 uur. De Domklokken luiden, het glas wordt geheven.
GK