Bètadecaan Gerrit van Meer: 'de zaak is uit de hand gelopen'
Wat decaan Gerrit van Meer van Bètawetenschappen betreft zal de concrete uitvoering van het omstreden visiedocument over de toekomst van de faculteit zoveel mogelijk worden afgestemd met de medewerkers van de faculteit. Draagvlak is essentieel, zei hij vandaag in een kort telefonisch interview met DUB.
Wat de deze week aangetreden decaan betreft wordt er de komende tijd in de faculteit volop gediscussieerd over de uitvoering van de visie, maar ook over de in het verleden opgebouwde reserves en schulden bij de verschillende departementen. “Interim-decaan Van Ree heeft bij het bepalen van de toekomstige koers van de faculteit de reserveposities bewust buiten de visiediscussie willen houden”, zegt Van Meer, “ik vind dat deze problematiek, hoewel losstaand van de visiediscussie, erkend en benoemd moet worden.”
Visiedocument leidend
Van Meer stelt met nadruk dat dat niet betekent dat de faculteit aan forse bezuinigingen kan ontkomen. Maar de manier waarop is wat hem betreft nog open. “Het visiedocument is uiteraard leidend. Ik onderschrijf de uitgangspunten en bovendien is het het onderpand voor het convenant dat door ons met het college van bestuur is gesloten. Maar tegelijk is de wijze waarop we tot de beoogde resultaten komen bespreekbaar.”
Mocht de weerstand tegen bepaalde inhoudelijke elementen te groot zijn, dan is het dus zelfs mogelijk dat het bètabestuur terug zal moeten gaan naar het college van bestuur, maar Van Meer verwacht niet dat het zover zal komen. “Ik zie binnen de randvoorwaarden van het visiedocument voldoende mogelijkheden om te komen tot structuren die goed passen bij de wensen van de mensen die in deze faculteit werken.”
Erkelens
Op de vraag of hij al kan zeggen wat zijn bestuur gaat doen met de eisen in de maandag aan het college van bestuur aangeboden petitie van natuur- en sterrenkunde houdt Van Meer een slag om de arm. Hoe wij zullen reageren op hun verzoek om minder op hun departement te bezuinigen, zal afhangen van de gesprekken die wij de komende tijd met alle departementen gaan houden. Maar nogmaals, wat mij betreft is de uitvoering van het visiedocument bespreekbaar en staat nog niets vast."
Ook een terugkeer van Casper Erkelens als hoofd van het departement Natuur- en Sterrenkunde sluit Van Meer niet bij voorbaat uit. “Ik wil daar eerst met hemzelf over praten, maar hij is op reis en komt pas terug na 10 januari. De fysici hadden die dag als uiterste datum voor een beslissing genoemd, maar ik hoop dat ze me genoeg tijd gunnen. Ze kunnen er in ieder geval van op aan dat ik geen beslissing ga nemen, waar niemand achter staat.”
Externe vijand
De nieuwe decaan, die maandag een volgens beide partijen verhelderend gesprek heeft gehad met hoogleraren natuur- en sterrenkunde, laat er geen misverstand over bestaan dat hij niet erg gelukkig is met de gang van zaken rond Erkelens, die kort voor Kerstmis door interim-decaan Van Ree uit zijn functie werd ontheven.
“Wat mij betreft is de zaak uit de hand gelopen. Ik heb de fysici maandag gezegd dat je in elk managementboek kunt nalezen dat je, wil je problemen voorkomen, dit nu juist niet had moeten doen. Dit is dé manier om een departement tegen je in het harnas te jagen en dat wil ik juist ten koste van alles voorkomen. Ik ben geen decaan geworden om als externe vijand voor delen van de faculteit te fungeren.”
EH