Bètaraad wil volstrekte duidelijkheid over ‘Rotterdams’ contract

De faculteitsraad Bètawetenschappen wil van decaan Alfred Bliek opheldering over de transferovereenkomst die hij heeft gesloten met een Rotterdamse onderzoeksgroep. Vorige week zei Bliek in de raad dat er geen sprake was van een contract, maar volgens de raadsleden ligt er wel degelijk een bindende overeenkomst met mogelijk grote financiële gevolgen. In hun op dinsdag 8 juni verstuurde brief spreken de raadsleden het vermoeden uit dat Bliek de overeenkomst heeft gesloten zonder dat er sprake was van een deugdelijk financieel plan om de transfer te bekostigen. Zo’n plan is in ieder geval niet ter goedkeuring voorgelegd aan de biologen die voor de kosten moeten opdraaien, constateren zij. Zij vragen zich bovendien af of de andere bestuursleden van de Bètafaculteit op de hoogte waren van de overeenkomst en van de financiële risico’s die er aan vast zitten, gezien het feit dat er geen ontbindende voorwaarden in zijn opgenomen. In hun brief eisen de raadsleden van hun decaan volledige openheid van zaken. Zij willen opheldering over zijn mededeling in de laatste faculteitsraad dat er geen sprake is van een contract, en inzicht in de financiële consequenties van de ondertekende overeenkomst. Gezien de ontwikkelingen van de laatste weken is het denkbaar dat de transfer niet doorgaat, constateren de briefschrijvers. Dat zou tot forse reputatieschade leiden voor alle betrokkenen. Ook herhaalt de raad haar al eerder uitgesproken vrees voor een vertrouwenscrisis in de faculteit. Mocht blijken dat de decaan uit hoofde van zijn functie verantwoordelijk is voor reputatieschade of vertrouwenscrisis, dan adviseert de raad hem om hieraan conclusies te verbinden omtrent zijn positie, aldus de spijkerharde uitsmijter van de brief. EH