Bedrijf in de wijk is niet altijd een aanwinst

Bedrijven zorgen niet voor minder overlast in wijken. Integendeel, in sommige gevallen is er juist sprake van meer overlast. Dit blijkt uit onderzoek van socioloog Wouter Steenbeek waarop hij vrijdag 20 mei aan de UU promoveerde.

Vaak wordt er vanuit gegaan dat bedrijven voor meer sociale controle in een wijk zorgen en de overlast in een wijk verminderen. Volgens het voormalige ministerie van ruimtelijke ordening (VROM) stimuleren bedrijven in de wijk de arbeidsparticipatie. Uit het proefschrift Social and physical disorder van Wouter Steenbeek blijkt echter dat de aanwezigheid van bedrijven juist samenhangt met de overlast.

In de senaatszaal van het Academiegebouw wordt lovend gesproken over het onderzoek en zijn proefschrift. Één van de hoogleraren complimenteert hem met de woorden:‘dit is een mooie weergave van het spel tussen buurten en de individu.’

Meer overlast
Bedrijven zoals barretjes en verkooppunten van alcohol zorgen voor sociale overlast. Dit kan een combinatie zijn van bijvoorbeeld dronken mensen op straat, dreigend gedrag of bewoners die worden lastig gevallen. Bij andere bedrijven is er geen sprake van meer hinder, maar ze dragen ook niet bij aan een verbetering van de wijk. Welke bedrijven dit precies zijn, ligt erg gecompliceerd en is afhankelijk van hoe groot deze zijn en waar ze zijn gevestigd.

Steenbeek: “Ik heb bij het onderzoek niet gekeken of bedrijven de wijk meer bruisend maken. Bedrijfsaanwezigheid hangt wel samen met overlast, maar het maakt de wijk misschien ook levendiger. Naar dergelijke positieve effecten van bedrijven op “leefbaarheid”, wil ik in de toekomst nog wel onderzoek gaan doen.”

Zowel oorzaak als gevolg
De huidige theorie gaat er vanuit dat veel verhuizingen van mensen met lage inkomens en grote etnische heterogeniteit een verlaging betekent van cohesie en leidt tot minder sociale controle, met als gevolg: meer overlast. Steenbeek voegt hieraan toe dat overlast ook een oorzaak kan zijn. Mensen kunnen vanwege veel overlast in de wijk besluiten om te verhuizen.

In een wijk waar veel overlast is voelen mensen zich ook vaak minder verantwoordelijk voor hun wijk. Hier is wel wat op aan te merken: “Het is opmerkelijk dat bewoners zeggen zich minder verantwoordelijk te voelen en toch vaak hun handen uit de mouwen steken”, legt Steenbeek uit.

Lokale Ondernemers versus gewone bewoners
Steenbeek: “Het verraste mij dat uit het onderzoek bleek dat lokale ondernemers, mensen die wonen en een eigen bedrijf hebben in dezelfde buurt, slechts ten delen meer geneigd zijn om in te grijpen bij buurtproblemen dan gewone burgers.” De ondernemers zeggen sneller in te grijpen bij kleine vormen van overlast (bijvoorbeeld graffiti spuiten) en de werkende mensen zeggen evenveel in te grijpen bij klein overlast als de ondernemers. De niet werkende mensen in de wijken grijpen het minst in en dit is opmerkelijk aangezien zij het grootste deel van de dag in de wijk leven.

“Dit is overigens gebaseerd op wat mensen ‘zeggen’ te doen in bepaalde situaties en niet wat mensen werkelijk doen. Dat staat namelijk nog open voor onderzoek”, vertelt Steenbeek

Ecometrisch meten is meer betrouwbaar
Om een nauwkeurig beeld te krijgen van buurtkenmerken zoals sociale en fysieke overlast, heeft Steenbeek twee methodes vergeleken. Allereerst de traditionele methode, wat een gemiddelde is van alle meningen van bewoners over de buurt. Daarnaast de ‘ecometrische’ manier, waarbij rekening wordt gehouden met de hoeveelheid van reacties. Bovendien filtert deze methode op persoonlijke kenmerken. “Jongere mensen vinden dat er in dezelfde buurt meer overlast is dan oudere mensen. Wanneer je dus meer jonge mensen ondervraagt dan oude mensen krijg je een onevenredig beeld van de buurt wanneer je het gemiddelde van alle meningen neemt”, legt Steenbeek uit.

“Het is eerlijker wanneer er via de ecometrische manier gemeten zou worden. Dan krijg je een realistischer beeld.” Maar eigenlijk is de zaak nog veel complexer. “Omdat veel buurten moeilijk van elkaar onderscheiden kunnen worden qua overlast, kun je niet precies zeggen: ik geef 40 wijken een zak geld en dan stoppen”, verklaart Steenbeek. “De 41ste wijk kan er in werkelijkheid even slecht aan toe zijn al de 40ste wijk. Hoe eerlijk is het dan om zo’n harde scheidslijn te hanteren?”

Tags: promotie

Advertentie