Bedrijfsarts moet beter letten op luchtwegklachten

De opsporing en behandeling van arbeidsgerelateerde luchtwegklachten blijft in Nederland achter ten opzichte van ons omringende landen. Nauwere samenwerking tussen bedrijfsartsen, ziekenhuizen en wetenschappers kan dat verbeteren. Frits van Rooy concludeert dat in zijn proefschrift. Hij promoveert op 16 november aan het Universiteit Utrecht.

In Nederland melden bedrijfsartsen minder gevallen van beroepsastma dan op basis van getallen uit ons omringende landen te verwachten is. Bedrijfsarts en promovendus Frits van Rooy denkt dat bedrijfsartsen arbeidsgerelateerde luchtwegaandoeningen niet goed genoeg herkennen en niet goed weten wat ze met de ziekte aan moeten. Het betekent dat diagnose, behandeling en preventie van deze luchtwegklachten achterblijven.

In zijn promotieonderzoek analyseerde Van Rooy luchtwegproblemen in diverse bedrijven, onder meer een chemische fabriek, een fabriek voor vloeibare wasmiddelen en een aluminiumgieterij en in de bakkerijbranche. Zijn onderzoek suggereert een rol voor de stof diacetyl bij het ontstaan van de “popcornwerkerslong”, een ernstige longziekte die voorkomt bij werknemers in de voedingsmiddelenindustrie. Verder blijkt blootstelling aan vloeibare wasmiddelenzymen bij te dragen aan allergische astma en piekblootstelling aan irriterende stoffen bij aluminiumgieters aan luchtwegproblematiek. Daarnaast blijkt vroege opsporing van beroepsastma in de bakkerijbranche mogelijk te zijn.

In al deze gevallen zochten bedrijfsartsen de samenwerking met wetenschappers omdat zij er niet in slaagden luchtwegklachten terug te brengen tot concrete situaties in het bedrijf. Dankzij samenwerking tussen arbeidsgeneeskunde, arbeidshygiëne, epidemiologie en klinische gezondheidszorg slaagde dat wel.

Volgens Van Rooy pleiten zijn resultaten voor betere samenwerking tussen bedrijfsartsen, de academische wereld en de gewone gezondheidszorg. “De huidige bedrijfsgezondheidszorg is zelden gefocust op het herkennen en voorkomen van arbeidsgerelateerde aandoeningen. De bedrijfsarts richt zich nu voornamelijk op ziekteverzuim. Op die manier zal het weinig toegevoegde waarde hebben bij de betere opsporing en behandeling van arbeidsgelateerde luchtwegklachten.”

Van Rooy denkt dat luchtwegproblematiek vaak over het hoofd gezien wordt door zowel bedrijfsartsen als artsen in de gewone gezondheidszorg. “Dit geldt voor veel werknemers die tijdens hun werk blootgesteld kunnen worden aan mogelijk schadelijk stoffen in de lucht. Dat is dus heel breed, het varieert van de chemische industrie tot aan de bouwnijverheid.”

Perscommunicatie UU

Advertentie