Biologiehoogleraren protesteren tegen ‘transfer’
De beoogde komst naar Utrecht van een Rotterdamse onderzoeksgroep op het gebied van de cellulaire dynamica heeft in het Utrechtse departement Biologie voor onrust gezorgd. In een brief aan decaan Bliek van Bètawetenschappen spreken de gezamenlijke biologiehoogleraren van een ‘exorbitante investering met ernstige financiële consequenties’.
Aanleiding voor de brief is een in maart gesloten overeenkomst waarin de ‘transfer’ van de Rotterdammers door het bestuur van Bètawetenschappen is vastgelegd. In de visie van Bliek zal hun komst het onderzoek van Biologie een meer medisch profiel kunnen geven. Daarmee zou het beter aansluiten bij het ‘Life Sciences-cluster’ van de UU. De biologen vrezen echter dat een versterking van de cellulaire en moleculaire hoofdrichting van het Utrechtse biologie-onderzoek ten koste zal gaan van de ecologische hoofdrichting.
Op dit moment zijn die twee hoofdrichtingen goed in balans, aldus de briefschrijvers. Daardoor is het Utrechtse departement internationaal onderscheidend en bovendien aantrekkelijk voor zowel studenten als onderzoekers. Inzetten op medicalisering zien zij als een bedreiging voor die unieke positie en daarmee voor de levensvatbaarheid van de Utrechtse biologie. Bovendien zal de forse investering die met de Rotterdamse transfer gemoeid is, hun departement voor ten minste vijf jaar en mogelijk langer diep in de rode cijfers doen belanden, zo vrezen zij.
De ergernis van de briefschrijvers is vooral ingegeven door het feit dat in hun faculteit sinds kort een selectieve vacaturestop geldt. Reden is het ernstige financiële tekort van de faculteit en de daaruit voortvloeiende noodzaak om de broekriem aan te trekken. Gevolg is onder meer dat de herbezetting van een leerstoel in de ecologie en de biomolecular Imaging bevroren zijn. Tegen die achtergrond noemen de hoogleraren het onbegrijpelijk dat er nu wel ruimte is om in één klap vijf nieuwe medewerkers, onder wie twee hoogleraren, aan te stellen in de andere hoofdrichting.
De gezamenlijke biologiehoogleraren hebben het bestuur Bètawetenschappen duidelijk gemaakt de Rotterdamse groep graag te willen verwelkomen, maar alleen op een financieel verantwoorde wijze, binnen budgettair acceptabele grenzen.
EH