Collegegeld tweede studies: niet te dol
Staatssecretaris Zijlstra gaat geen maximum stellen aan het collegegeld voor tweede studies, tenzij instellingen stelselmatig overvragen. Ook besparingen op de studiefinanciering leiden misschien nog tot lagere tarieven.
In het voorjaar van 2012 staat de studiefinancieringswet op de agenda. Het kabinet wil onder meer de basisbeurs voor de masterfase afschaffen. Ook wil het studenten die gebrouilleerd zijn met hun ouders niet langer recht geven op een aanvullende beurs.
Het geld dat met zulke “vereenvoudigingen” van de studiefinanciering wordt bespaard, zou hij kunnen gebruiken om de kosten voor een tweede studie te drukken, suggereerde Zijlstra tijdens het debat over zijn ‘strategische agenda’. “De hoeveelheid vereenvoudigingen bepaalt hoeveel geld er is.”
Maar zolang dat geld er niet is, doet Zijlstra geen harde toezeggingen. Hij gaat geen maximum stellen aan de hoogte van het instellingscollegegeld dat hogescholen en universiteiten mogen rekenen. “Je kunt niet tegen een instelling zeggen dat het instellingscollegegeld standaard hooguit tienduizend euro mag bedragen, terwijl de kostprijs van sommige studies het dubbele is.”
Aan het eind van het debat ontraadde de bewindsman dan ook de motie waarin oppositiepartijen D66, PvdA en SP vroegen om de tarieven voor een tweede studie te maximeren. Maar hij deed wel een toezegging: “Als instellingen structureel te veel gaan vragen voor hun tweede studies, dan kunnen we het daar met de Kamer over hebben.” Hij is benieuwd naar de afloop van een rechtszaak over de tarieven van tweede juridische masteropleidingen en de uitkomst van het onderzoek van de Nederlandse Mededingingsautoriteit naar mogelijke prijsafspraken.
Overigens uitten ook regeringspartijen VVD en CDA hun ongenoegen over het feit dat hogescholen en universiteit een hoog instellingscollegegeld vragen voor tweede studies. CDA-kamerlid De Rouwe vindt dat de bedragen “doorschieten”. Ook zijn VVD-collega Anne-Wil Lucas noemde het “niet motiverend” dat universiteiten “standaard de hoofdprijs” vragen. Ze is tegen een maximumbedrag, maar noemde de mogelijke prijsafspraken tussen universiteiten over de tarieven een “ zorgelijke ontwikkeling.”