De achterblijvers: Anne Keirse

Het is juli. De Utrechtse studenten zijn na de laatste tentamens massaal weggetrokken uit De Uithof en de binnenstad, en ook veel medewerkers maken zich op voor een welverdiende vakantie. Sommigen blijven deze zomer echter doorwerken in vaak nagenoeg uitgestorven universiteitsgebouwen. DUB zoekt iedere week één van deze “achterblijvers” op.

Datum: 21 juli 2010

Naam: Anne Keirse

Functie: hoogleraar Verbintenissenrecht

Het is buiten heerlijk zomerweer en u zit als een van de weinigen achter uw bureau. Balen?

Nee hoor, integendeel. Ik moet voor 1 september een pre-advies voor de Nederlandse vereniging voor burgerlijk recht af hebben en er lagen ook nog een paar artikelen te wachten op afronding, dus het komt me uitstekend uit dat ik nu de tijd heb om daar in alle rust aan te werken. 

Lukt dat een beetje met deze temperaturen?

Dat gaat redelijk. Toen het zo heet was, dacht ik wel even: had ik nu maar airco. Maar dat zou voor die paar warme dagen per jaar wat overdreven zijn. Ik heb het raam en de deur maar tegen elkaar open gezet zodat er een lekker windje door de kamer woei. Daardoor was het wel uit te houden. Alleen de herrie is hier soms storend, want mijn kamer kijkt uit op de Nobelstraat en de bussen lijken soms bijna door de kamer te rijden.

Voor een hoogleraarskamer is deze ruimte niet erg groot.

Dat klopt, maar ik mag nog blij zijn dat ik een kamer voor mezelf heb, want dat is hier maar aan weinig collega’s gegeven. Maar ach, het gebouw is prettig en de ligging zo midden in de stad is fantastisch. Dan maar wat minder luxe gehuisvest. Dat heb ik er wel voor over.

Is het hier niet saai in de vakantie, zo helemaal alleen?

Alleen? Vanochtend zijn al drie collega’s van me langs geweest, dus voorlopig valt het nog erg mee met dat alleen zijn. Bovendien hebben we ’s zomers de gewoonte om, als de kantine van Achter Sint Pieter dicht is, hier te lunchen. Iemand gaat dan boodschappen doen en iedereen die nog in het Instituut aan het werk is, eet mee. Heel ontspannen. Het is, denk ik, nog gezonder ook, want we zorgen altijd dat er ook iets groens op tafel staat, meestal een schaal rucola. 

En intussen lekker rustig werken. Waaraan precies?

Heel algemeen gezegd gaat mijn onderzoek over de vraag hoe het Nederlandse verbintenissenrecht zich mogelijk zal (of eigenlijk: moet) gaan ontwikkelen in het licht van wat er elders in de wereld gebeurt. Ik kijk met name naar de invloed van het Europese recht, maar ook naar ontwikkelingen in bijvoorbeeld de VS.

Een goed voorbeeld is het gesneuvelde wetsvoorstel affectieschade. In dat wetsvoorstel wordt geregeld dat niet alleen diegenen die rechtstreeks benadeeld zijn door een gebeurtenis, maar ook naasten die er emotioneel schade door hebben opgelopen, recht hebben op schadevergoeding. Je kunt bijvoorbeeld denken aan het verdriet van familieleden van iemand die als gevolg van het onrechtmatig handelen van een ander is overleden of invalide is geraakt.

Veel landen kennen al zo’n regeling, maar tot mijn verbazing is dat wetsvoorstel een paar maanden geleden bij ons in de Eerste Kamer gesneuveld. Hoe is het mogelijk dat wij ons in Nederland zo geïsoleerd opstellen, denk ik dan, maar gezien de ontwikkelingen elders in de wereld kan het niet anders of bij ons komt het er vroeg of laat ook van.

Bent u dit jaar al op vakantie geweest?

Ik heb in juni een paar weken rondgetrokken in de Spaanse Pyreneeën. Ik heb die vakantie bewust zo gepland dat ik daarna twee maanden ongestoord kon werken. Overigens ga ik binnenkort nog wel een paar dagen naar Luzern om daar te praten over de herziening van het Zwitserse verbintenissenrecht in het licht van de Europeanisering. Dat is formeel natuurlijk werk, maar ik plak er het weekend aan vast om de stad te verkennen en kunstmusea te bezoeken, Nee, dat is zeker geen onaantrekkelijke gedachte.

EH

Advertentie