De ambassade: 'Geld moet je verdienen!'

“No master, you don’t have the right documents now.” Een verkeersagent leunt losjes in ons opengedraaide raam. Ik zit met twee vrienden in een gehuurde auto op onze terugreis van een bezoekje aan een van de oudste steden van West-Afrika, Kano. We zijn gestopt bij één van de duizenden roadblocks die het Nigeriaanse wegennet ‘rijk’ is.

Inmiddels hebben twee collega’s in oranje hesjes een houten balk met roestige spijkers voor de auto geplaatst; er bestaat geen misvatting over hetgeen dat zal volgen. “It’s sanitation day, and you don’t have the right documents. You will buy it from us for 20.000 Naira (lees: 100 euro).”

In het leven van de gemiddelde Nigeriaan is het niet ongewoon om zo nu en dan wat handen te smeren om iets voor elkaar te krijgen. Sterker nog, het is doodgewoon. De corruptie in Nigeria is diepgeworteld en doorgedrongen in elke vezel van de samenleving. Wil je een nieuwe zaak opzetten? Wil je je visum verlengen? Wil je deze wijk inkomen? In vele gevallen zal je de volgende vraag worden gesteld: “do you got a gift for me, sir?”

Het is op dit moment dat men overgaat tot datgene waar Nigeria zo berucht om is: het betalen van een ‘dash’ (omkopen in de volksmond). Iedereen weet van het bestaan, iedereen doet er -al dan niet gedwongen- aan mee, maar op hetzelfde moment verwerpt iedereen deze infame praktijk.

En zo kon het gebeuren dat ook ik op de weg terug naar Abuja gedwongen werd om te dashen. Ik probeer het spel mee te spelen en begin wat over voetbal te praten. Er verschijnt een grijns op het gezicht van de jongen in het oranje hesje en ik krijg onmiddellijk een high-five.

In zijn lokale taal Hausa weet onze chauffeur de buitensporig hoge prijs uiteindelijk terug te schroeven naar 2,50 euro. Het is een prijs die ik toch met enige tegenzin betaal. Geld moet je per slot van rekening verdienen! De balk met spijkers wordt weggehaald en we kunnen onze reis voortzetten.

Vijftig jaar na de onafhankelijkheid van Groot-Brittannië is Nigeria een land met een democratische grondwet, een eerste- en tweedekamer en bezit het tientallen instituten en organisaties die je ook terug kunt vinden in Europa. Na het vertrek van de Britten hebben de leiders van Nigeria veel van de oude koloniale instituten in stand gehouden.

Echter, na vier maanden in het land is het mij ook duidelijk geworden dat een Economic and Financial Crimes Commission en een rechtssysteem absoluut geen garanties bieden tegen malafide praktijken. Als de wil om iets te veranderen ontbreekt, is elke poging om verandering te bewerkstelligen als vechten tegen de bierkaai.

En natuurlijk is het de ‘gewone’ Nigeriaan die hier het onderspit delft. Dit hoor ik vooral van de taxichauffeurs in Abuja, mijn voornaamste spreekbuis met de onderklasse van Nigeria. Zo spreek ik geregeld taxichauffeurs die aan een universiteit hebben gestudeerd en in sommige gevallen daar zelfs les hebben gegeven. De taxichauffeurs verdienen niet veel, maar vanwege de lage werkgelegenheid is er weinig alternatief.

De fundamentele raison d'être van een economisch systeem zou het welzijn moeten zijn van individuen, hun families en gemeenschappen. Helaas heerst hier nog steeds het systeem van ‘big and small men’ en dat is spijtig, want dit volk verdient echt beter.

Victor de Boer

Advertentie