De strijd tegen de Senseo
De universiteit bindt de strijd aan tegen de Senseo en andere huis-tuin-en-keukenkoffiezetapparaten. Worden de koffiezetters tot nog toe gedoogd, hun laatste uurtje lijkt geslagen.
Wie aan koffie komt, komt aan de werknemer. Weinig universitaire onderwerpen liggen zo gevoelig als het zwarte goud. Niemand weet dat beter dan Harmen Strikwerda van het Facilitair Service Centrum. Hij is de verantwoordelijke achter de 130 nieuwe bean-to-cup automaten die de afgelopen weken in alle universitaire gebouwen zijn geplaatst. Ook alle werknemers met een aversie tegen het automatenbakkie zullen er binnen afzienbare tijd aan moeten geloven: het huishoudelijke apparaat moet verdwijnen uit de universitaire kamers.
“Voor alle universitaire panden moet een gebruiksvergunning worden afgegeven, en die krijg je alleen als je aan bepaalde – steeds strenger wordende – eisen voldoet. Huishoudelijke apparaten zijn niet gemaakt voor intensief gebruik en voldoen niet aan de strenge eisen waaraan apparaten op de werkvloer moeten voldoen”, zegt Strikwerda. Met zijn nieuwe apparaten hoopt hij werknemers er van te overtuigen dat automatenkoffie gewoon goed is, bovendien is op bijna alle plekken binnen de universiteit koffie voor medewerkers gratis. “Maar goed, het is natuurlijk een kwestie van smaak. Veel mensen denken dat koffie met het Max Havelaar keurmerk bij voorbaat al niet lekker kan zijn, maar deze is echt heel lekker en nog biologisch ook.”
Strikwerda had door ingewikkelde Europese regelgeving niet de mogelijkheid om een smaakteam samen te stellen om de koffie van verschillende aanbieders te proeven. “Maar die had de veel grotere Rabobank wel en zij hebben dezelfde koffie gekozen als wij nu drinken. Overigens heb ik wel al veel complimenten over deze koffie gekregen.”
De automaten hebben ook een plek gekregen in verschillende nieuwe pantry’s waar het kleinere koffiezetapparaat niet meer welkom is. Parcifal van den Berg van Vastgoed en Campus: “Nu we efficiënter met de huisvesting moeten omgaan, moet er ook een ‘uitwijkplek’ komen. Hoe die er uit ziet is mede afhankelijk van de wensen van faculteiten en diensten. Sommigen willen bijvoorbeeld een pantry met een keukenblok, een koelkast en een koffieautomaat, anderen willen in de hoek van een sociale- of vergaderruimte een pantry. We maken de pantry’s op het moment dat er verbouwd en verhuisd wordt en stemmen de plekken en de inrichting af met de faculteiten en diensten.”
Dat koffie emotioneel ligt, weet ook hij. “Mensen zullen er aan moeten wennen om wat verder te moeten lopen voor hun koffie als het apparaat uit de kamer verdwijnt. Zelf zit ik ongeveer veertig meter bij de automaat vandaan en dat gaat prima.”
Dat over afzienbare tijd de kleinere apparaten in de ban gaan, is duidelijk. Strikwerda: “Er zijn regelmatig nog problemen met die koffiezetters. Laatst was er door zo’n apparaat weer kortsluiting ontstaan.”
GK