Doctorstitel wordt postuum uitgereikt

Het college voor promoties van de Universiteit Utrecht heeft besloten om Jan Egter van Wissekerke postuum de doctorstitel toe te kennen. De 70-jarige oud-dierenarts overleed kort voor zijn promotie, die op vrijdag 3 september zou plaatsvinden.

De doctorsbul zal door promotor Peter Koolmees worden uitgereikt aan de nabestaanden van Egter van Wissekerke. Dat gebeurt tijdens een bijeenkomst in het Academiegebouw op 15 november. Op die dag zal ook de fraai geïllustreerde handelseditie van het proefschrift ‘Van kwade droes tot erger’ het licht zien.

In dat proefschrift geeft de alumnus van de UU een uitputtend overzicht van de rol die paarden hebben gespeeld in de oorlogsvoering, ‘van hun leven, hun lijden (onder meer aan de ziekte ‘kwade droes’) en hun veterinaire verzorging’ zoals de ondertitel van het proefschrift luidt. Dat laatste aspect kreeg pas in 1762 voor het eerst serieuze aandacht met de oprichting van een veterinaire school in Lyon.

Ook de Utrechtse faculteit Diergeneeskunde dankt zijn ontstaan aan de behoefte aan verzorging van gewonde en zieke legerpaarden, zo blijkt uit het proefschrift. In 1806 bepaalde koning Lodewijk Napoleon dat in Leiden een Rij- en veeartsenijschool moest komen, met onder meer een paardenarts met officiersrang. Na het vertrek van de Fransen koos de regering in 1813 voor het meer centraal gelegen Utrecht, waar bovendien ook een medische faculteit was gevestigd.

Boeiend zijn met name de hoofdstukken over de historische ontwikkeling van de oorlogsvoering te paard. De eerste militaire ruiters waren de Scythen, die volgens de Romeinse auteur Plinius merries zouden hebben bereden, omdat die in volle vaart kunnen urineren. Egter van Wissekerke ontzenuwt die veronderstelling echter met een citaat van een zekere Le Francq van Berkhey: ‘Een paard pist altoos stilstaande’.

Opmerkelijk is de stelling in het proefschrift dat paarden mogelijk een beslissende rol hebben gespeeld in de Europese geschiedenis. Twee dagen voor de slag bij Waterloo had de Franse maarschalk Grouchy de Pruisen bij Ligny verslagen. Had hij betere paarden gehad, dan had hij de vluchtende vijand kunnen achtervolgen en in de pan hakken, aldus Egter van Wissekerke. Nu konden de Pruisen op adem komen en bij Waterloo (zie illustratie) een belangrijke bijdrage leveren aan de overwinning van de ‘geallieerden’ op Napoleon.

EH

Advertentie