Duitse UU’ers niet bang voor Oranje

De kraker tegen Duitsland nadert. Met een gezonde portie rivaliteitgevoelens interviewt DUB Duitse studenten en medewerkers over hun verwachtingen van de wedstrijd. 

Na de Denen interviewt DUB nu de Duitsers. Dominik Morbitzer en Sarah Westphal zijn beiden aio bij de opleiding sociologie. En fan van de Duitse Mannschaft. Het team dat ook het EK gaat winnen. Volgens hen.

Waar gaan jullie woensdag kijken?
Sarah: “Ik heb een Nederlandse vriend en we gaan samen kijken. Het EK geeft spanningen in huis. Ik juich voor Duitsland en hij voor Nederland.”
Dominik: “Ik weet nog niet waar ik ga kijken, ik hoop met een gemixte groep. Dat vind ik leuk, een stukje rivaliteit erbij.”
Sarah: “Ja, ik ook. Mijn vriend en ik maken veel grapjes over en weer.”

Is Nederland-Duitsland extra beladen?
Dominik: “Het eerste voetbalmoment dat ik bewust heb meegekregen is het WK in 1990 waar Nederland en Duitsland de kwartfinale tegen elkaar speelden. Wij wonnen, jee! Dat was ook de wedstrijd waar Rijkaard Völler in zijn haren spuugt. De rivaliteit is daar begonnen.”
Sarah: “Voor Duitsland zijn Duitsland-Nederland en Duitsland-Engeland de meest emotioneel beladen en daarmee ook de leukste wedstrijden.”

Wat verwachten jullie van de wedstrijd?
Sarah: “Duitsland kan ontspannen de wedstrijd in, terwijl jullie echt moeten winnen en in de eerste wedstrijd niet overtuigend speelden.”
Dominik: “Duitsland heeft betere papieren.”

Zijn jullie chagrijnig als jullie verliezen?
Sarah: “Nee, ook al zullen we donderdag op het werk allerlei grapjes naar onze oren krijgen. Ik vind het niet erg, ik heb ook een relatie met Nederland.”
Dominik: “Als Duitsland uitgeschakeld wordt, ben ik wel voor Nederland.”
Sarah: “Ja, ik ook. Ik heb al sokken in de kleuren van de Nederlandse vlag liggen, maar die trek ik morgen nog niet aan.”

Ok, succes woensdag.
Dominik: Dat zeg ik niet terug.

De sfeer zit er al lekker in zelfs voor DUB Kai (economiestudent) gesproken heeft. Als ik hem per sms laat weten dat ik ook een Portugees interview, stuurt hij terug: “Stuur hem mijn condoleances en succes tegen de Nederlanders.”

Zo Kai, het is duidelijk voor wie jij gaat juichen woensdag.
“Ja. Duitsland natuurlijk.”

Je woont nu bijna twee jaar hier, spreekt prima Nederlands. Wordt het in het kader van de integratie niet eens tijd dat je voor Nederland gaat juichen?
“Nee. Ik vind het juist heel interessant en spannend om straks als minderheid voor Duitsland te zijn. Ik ga in een kroeg kijken, waar het merendeel voor Oranje zal zijn.”

Doe je een Duitse outfit aan?
“Dat wil ik wel ja. Ik heb een Duitse hawaïslinger en misschien dat ik een oranje t-shirt aandoe waar ik dan iets opschrijf als ‘Germans in the sky’.”

Vind je het niet gevaarlijk om zo openlijk Duitsland aan te hangen in de stad?
“Nee. Het zijn slechts grapjes die ik maak en de meeste voetbalsupporters zijn geen hooligans. Zelf doe ik ook niet agressief. Het is ten slotte een spel, geen oorlog.”

Beleven Nederlanders het voetbal anders dan Duitsers?
“Ze hebben andere liedjes en andere kleuren.”

Goh, echt? Verder nog verschillen?
“Sinds het WK in 2006 is de voetbalkoorts in Duitsland helemaal uitgebroken. Duitsland was toen gastland en de Duisters hadden het gevoel voor het eerst weer echt trots te kunnen zijn op hun land. Sindsdien is echt iedereen met het voetbal bezig. Hoe dat in Nederland is, ga ik morgen zien.”

Tot slot, kan je Nederland succes toewensen?
“Ik wens Nederland een goede strategie en een goede techniek toe. En dat ze toch verliezen. Je kan ook verliezen en toch beter spelen dan de tegenstander.”

Er zijn ook een aantal Duitse medewerkers die niets van het voetbal willen weten. Zo laat Mirko Schaefer, docent nieuwe media, per e-mail weten dat hij geen enkele belangstelling heeft voor voetbal. Op de vraag wat hij van de wedstrijd Nederland-Duitsland verwacht, antwoordt hij: “Een verhoging van slechte smaak en gedrag in het openbaar.”

Advertentie