Een enorme kwaliteitsimpuls
De zonovergoten ruimte van een eeuwenoude studentensociëteit in het midden des lands. Terwijl een nijvere ober zich met twee bestellingen spiegelei broods een weg baant door de van vers zweet en verschaald bier verzadigde ruimte, bestuderen de heren Maliepaard en Van Buffelen in de haardkring een stafkaart van Den Haag. Dan nadert een jeugdig ogend politicus met een vervaarlijke glimlach de haardkring.
“Dag heren, de naam is Rutte. Mag ik even bij u aanschuiven voor een stimulerend gesprekje over de noodzaak van beter hoger onderwijs? Want ik neem toch aan dat u daar ook voor bent.”
“Welzeker zijn wij daarvoor, Rutte. Waarom dacht je dat we vrijdag voor het eerst in ons leven onze linkse vrinden van de USF naar Den Haag vergezellen?”
“Mooi zo. Ik neem althans aan dat u de demonstratie van de oppositionele krachten in dit land zult gebruiken voor een krachtig tegengeluid, dat u het langharig volkje ter linker zijde duidelijk zult maken hoe blij men mag zijn met een kabinet dat de Nederlandse student een zo warm hart toedraagt als dit kabinet.”
“Een warm hart? En waar blijkt dat dan wel uit? Uit het feit dat mijn goede vriend Maliepaard en ik straks drieduizend euro extra mogen gaan bijdragen aan de staatskas, alleen maar omdat wij wat tijd hebben gestoken in onze academische vorming?”
“Ja hoort u eens heren, in een markteconomie heeft alles zijn prijs.”
“Of misschien uit het feit dat wij in de masterfase onze basisbeurs en ons OV kwijt raken, zodat we gedwongen zijn om vakken te gaan vullen bij de Appie, waardoor we nog een jaar langer over onze studie doen, wat ons weer drieduizend euro extra gaat kosten?”
“Ja heren, geen weg zo recht of er zit wel een bochtje in, zoals mijn oude vader placht te zeggen. Maar tegenover die paar nauwelijks noemenswaardige nadelen staat de enorme kwaliteitsimpuls die dit kabinet het hoger onderwijs gaat geven. Wilt u daar ook even bij stilstaan? Er komen bijvoorbeeld veel meer contacturen dan er nu zijn.”
“Je meent het, Rutte.”
“Verder gaat dit kabinet het onderwijs kleinschaliger maken dan het ooit geweest is.”
“Geweldig.”
“En bovendien is het afgelopen met die hoogleraren die hun ondergeschikten de kastanjes uit het vuur laten halen. Voor de klas met die lui en snel een beetje, is ons motto.”
“Goh Rutte, dat klinkt veelbelovend. Maar hoe denk je dat allemaal voor elkaar te krijgen?”
“O, daar hebben we een heel doeltreffende aanpak voor bedacht. In de eerste plaats gaan we fors op de universiteiten bezuinigen. Zo laten we ze zien dat het ons ernst is.”
“Dat zal de universiteiten aan het denken zetten, denk je ook niet, Maliepaard?”
“Precies, heren. Verder stoppen we met het subsidiëren van het wetenschappelijk onderzoek uit de aardgasbaten.”
“Zodat de hoogleraren bij gebrek aan onderzoekgeld vanzelf meer onderwijs moeten gaan geven. Slim bedacht, zeg.”
“En uiteraard blijven we doorgaan met de sluipende verlaging van het bedrag dat de universiteiten per student van ons krijgen. Als dat ze de ogen niet opent, dan weet ik het ook niet meer.”
“Nou Rutte, onze complimenten, je hebt er duidelijk over nagedacht. We hebben eigenlijk nog maar één vraag. Stel nou dat de universiteiten door al die maatregelen in geldnood raken en hoogleraren en docenten moeten gaan ontslaan? Hoe moet het dan met die kleinschaligheid?”
“Ja hoort u eens, heren, als liberaal in hart en nieren ga ik me uiteraard niet tot in detail met het beleid bemoeien. Dat is een zaak voor de universiteiten zelf. Maar u zult het met me eens zijn dat dit kabinet nu echt alle voorwaarden heeft gecreëerd voor een enorme kwaliteitsimpuls.”
“Eh....”
“Het zou toch wel heel treurig zijn als de universiteiten de unieke kans die wij ze bieden niet met beide handen zouden grijpen, vindt u ook niet?”