Een WK is een prachtig feest, maar ...

Over een week is bekend of Nederland het wereldkampioenschap voetbal van 2018 mag organiseren. Maar moet Nederland dergelijke dure evenementen wel in huis willen halen? In sportcentrum Olympos wordt vrijdag gediscussieerd over deze vraag. Frank van Eekeren, onderzoeker Bestuurs- & Organisatiewetenschap en een van panelleden, zegt: “Áls we het WK krijgen, moet Nederland zich keihard opstellen tegenover de FIFA.”

Nou zegt u het maar … moet Nederland blij zijn met een WK?
frank van eekeren “Het spijt me, maar ik heb daar geen pasklaar antwoord op. Een morele vraag is of je het in deze moeilijke tijden kunt verkopen om een feestje te organiseren. Want zo moet je het naar mijn mening echt zien: een WK is een prachtig feest.
“Maar ook als je zo’n feestje wilt, moet je kunnen aangeven wat het kost en oplevert. Dat is een lastige opgave. Precieze gegevens over financiële kosten en baten zijn er vrijwel niet. En dan hebben we het nog niet eens over de symbolische en maatschappelijke waarde van een WK. Hoe schat je in wat het voor een land betekent om zo’n evenement te organiseren?
“Het is goed dat we over dit soort aspecten deze week in Utrecht een discussie hebben. Nederland wil immers naast het WK nog andere grote sportevenementen zoals de Olympische Spelen van 2028 organiseren.”

In een opiniebijdrage aan de Volkskrant verbaasde u zich over het ontbreken van een debat over het WK-bid in de Tweede Kamer …
“Ik heb sterk het gevoel dat de regering het debat steeds voor zich uit heeft geschoven. Ook het huidige kabinet wacht het liefst tot de definitieve beslissing volgende week gevallen is. Als Nederland het WK niet krijgt is zo’n debat overbodig. Maar ook als Nederland het wel krijgt, heeft discussie weinig zin. Alle afspraken liggen vast en het WK weer teruggeven zou een gigantisch internationaal gezichtsverlies betekenen.
“Nu is er dan wat – terechte - ophef over het feit dat het kabinet met twijfelachtige opgaven komt over de opbrengsten van het WK voetbal in 2006 in Duitsland, maar naar mijn idee hebben de politieke partijen hun kans verspeeld in april. Toen stemden ze in met het bid zonder zich precies op de hoogte te stellen van de eisen van de FIFA.
“Ze hadden echt beter kunnen weten. Al ruim voor de arrestatie van de Bavaria Babes was bekend welke voorrechten de FIFA verwacht van een organiserend land. Destijds hadden de kamerleden iets kunnen doen, nu staan ze met de rug tegen de muur.
“Maar misschien oordeel ik te hard. De fracties van de Tweede Kamer zaten met het dilemma dat een te kritische houding ten opzichte van het bid de toewijzing in gevaar zou brengen. Dat is lastig als je als fractie niet op voorhand tegen zo’n WK bent.”

Hadden die fracties zich niet moeten afvragen of Nederland wel zaken moet doen met een organisatie die zijn monopolie zo uitbuit?
“Dat is inderdaad ook een ethisch dilemma. Iedereen weet dat de besluitvorming binnen de FIFA nou niet bepaald transparant is. Vorige week is dan voor het eerst opgetreden tegen bestuursleden die zich gevoelig toonden voor omkoping, maar toch …
“We weten ook niet precies wat er met de winsten gebeurt die de FIFA opstrijkt. Het WK in Zuid-Afrika was commercieel het lucratiefste ooit; alle Zuid-Afrikanen zijn ook waanzinnig trots op het succes van het toernooi. Maar als ik in het land ben, hoor ik ook dat het WK de lokale economie weinig tot niets heeft gebracht. De regering had er meer uit kunnen halen, denken velen. Áls Nederland het WK krijgt toegewezen moeten we ons daarom keihard opstellen tegenover de FIFA.”

Die moeite blijft ons waarschijnlijk bespaard. Als we de kranten mogen geloven maakt Nederland weinig kans. Uit een analyse zou blijken dat de FIFA de overheidsgaranties nu al te mager vindt ….
“De berichtgeving daarover vond ik erg tendentieus. Niet de FIFA beslist over de toewijzing van het WK, maar 22 gedelegeerden. Die hebben bepaalde sentimenten en belangen en maken waarschijnlijk een veel minder rationele afweging. Om één ding te noemen: dat Nederland en België kleine landen zijn, heeft een aantrekkingskracht op iemand die zelf uit een klein land komt. Als Nederland en België een WK mogen organiseren, geeft dat hoop aan tal van andere kleine landen.
“Maar ook inhoudelijk zitten er interessante kanten aan het Nederlandse bid. Neem de aandacht voor het project world coaches. Met onze Utrechtse onderzoeksgroep hebben we het afgelopen jaar meegewerkt aan dat programma waarmee de KNVB probeert voetbal maatschappelijke waarde te geven. Een WK kan dat initiatief dat zich richt op het wereldwijd opleiden van trainers een impuls geven.
“Buiten dat vraag ik me af of Spanje/Portugal en Engeland de FIFA inderdaad andere condities kan bieden op het vlak van belasting- en btw-vrijstelling dan Nederland. Ze zijn toch echt allemaal gebonden aan dezelfde EU-regelgeving.”

Zijn Nederlanders niet te gewoon te nuchter en narrig om zo’n groots evenement te willen organiseren?
“Dat weet ik niet. Wat me wel opvalt is dat de Nederlandse discussie altijd zo snel polariseert. De ene helft van de bevolking zegt “het is alleen maar duur” of “de FIFA is belachelijk”. De andere helft heeft het over “een unieke kans voor Nederland” en komt met twijfelachtige economische voordelen op de proppen. Allemaal behoorlijk ongenuanceerd. Naar mijn idee zou je voor- en nadelen toch op een meer nuchtere en weloverwogen wijze naast elkaar moeten kunnen zetten.”

OK, maar als tijdelijk programmamanager ‘Olympisch Plan 2028’ bij de gemeente Utrecht moet u toch in ieder geval een fervent voorstander zijn van de Olympische Spelen 2028 in Nederland?
“Ha, nee hoor. Ook hier zeg ik: dat ligt aan de randvoorwaarden. Het mooie van dat Olympic Plan is dat we samen met het NOC*NSF sport ten goede willen laten komen aan de maatschappij. Het feit dat de mogelijkheid bestaat dat een evenement als de Olympische Spelen naar Nederland komt, kan helpen die doelstellingen te realiseren.
“Wat betreft Utrecht is het helemaal niet de bedoeling om grote stadions neer te zetten. Maar de gemeente wil wel kijken hoe sport kan bijdragen om de sterke punten van de stad verder te versterken. Een voorbeeld: Utrecht wil graag een innovatieve regio zijn die jong internationaal talent een kans geeft. Dan zou je bijvoorbeeld kunnen denken aan de aantrekkingskracht van een sport als cricket op Indiase kenniswerkers. Misschien willen we in Utrecht wel een internationaal cricketcentrum opzetten? Maar je kunt ook denken aan het benutten van de kracht van de medische en sociaalwetenschappelijke disciplines in Utrecht. Kunnen die niet zorgen voor een goede medische en psychologische begeleiding van sporttalent?
“Ook als die Olympische Spelen nooit naar Nederland komen, kunnen ze er toch aan bijdragen dat we hier mooie dingen voor elkaar te krijgen. Die Spelen zouden de kers op de taart kunnen zijn. Maar gelukkig hoeft Nederland pas in 2021 een aanvraag in te dienen.”

XB

Advertentie