'Egypte is niet mooi nu, zeiden ze’
Op zijn 24ste verjaardag vertrok Frerik Kampman vorige week woensdag met enige schuldgevoelens uit Cairo. Het noodgedwongen afscheid van de vrienden die hij in de voorafgaande vier maanden maakte, viel hem zwaar. Maar langer blijven was door de Egyptische opstand niet mogelijk.
Laf. Dat vond Frerik in eerste instantie van de beslissing van het Nederlands-Vlaams Instituut om het jaarlijkse cursusprogramma in Cairo af te gelasten. In tegenstelling tot de meeste andere deelnemers verbleef hij al enkele maanden in de Egyptische hoofdstad. Bovendien was er op dat moment nog geen sprake van schermutselingen tussen pro- en anti- Mubarak-demonstranten of van klopjachten op buitenlandse journalisten.
Achteraf kan hij wel begrip en zelfs sympathie opbrengen voor het besluit. “Als al die studenten er nog hadden gezeten toen het echt mis ging, had dat instituut daar de verantwoordelijkheid voor gehad.”
Maar jammer vindt hij het nog steeds. “Het was een prachtig programma. Nu moest ik terug naar Nederland om mijn bachelor Arabisch af te maken. De langstudeerboete dreigde. Ik had kunnen overwegen om mijn studie eraan te geven en te blijven. Maar ik ben geen journalist; ik had niets meer te doen in die stad. Ik voelde er weinig voor om als een ramptoerist rond te blijven hangen.”
Terug in Nederland pendelt Frerik tussen de woningen van zijn zus in Amsterdam en zijn broer in Utrecht. Zijn eigen kamer is nog steeds onderverhuurd. De student Arabisch heeft nog enige hoop dat in Damascus een nieuwe cursus wordt opgezet, maar de opleidingen aarzelen uit angst dat de onrust ook naar Syrië overslaat. Frerik heeft zich daarom aangemeld voor twee Utrechtse vakken.
Vanuit “een soort schuldgevoel’’ tegenover de vrienden en kennissen die hij achterliet, doet hij graag zijn verhaal. “Ik had veel mensen leren kennen. Het voelde niet prettig hen in de steek te laten. Maar ze vonden allemaal dat ik terug moest gaan. ‘Egypte is niet mooi nu’, zeiden ze. Ik heb hen beloofd hier in Nederland over hun situatie te vertellen.”
Corruptie
Frerik vertrok in oktober naar Cairo. Hij had zijn Utrechtse geschiedenisbachelor afgerond en was aardig op streek met zijn bachelor Arabische Taal- en Cultuur. In Utrecht had hij zo’n beetje alle vakken wel gedaan. Hij besloot daarom de voorjaarscursus van het Vlaams-Nederlands Instituut in Egypte zelf af te wachten.
“In Nederland Arabisch leren is niet zo gemakkelijk”, legt hij uit. “Bovendien leer ik hier in Utrecht vooral standaard-Arabisch. In Leiden en Amsterdam krijgen studenten veel meer mee van het Egyptische dialect dat ook centraal zou staan in de cursus. Ik had dus wat in te halen.”
In oktober begon hij aan een stage bij een Egyptische organisatie op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. “Ik vertaalde documenten naar het Engels en vulde de website. De stage was niet eens zo superinteressant, maar het was goed voor mijn Arabisch en ik maakte vrienden.” Ook gaf hij Engelse les in de wijk Imbaba, die bekend staat om zijn veelal conservatief islamitische bevolking. “Daar had ik ondermeer te maken met geheel gesluierde vrouwen.”
De parlementsverkiezingen in november bevestigde het beeld van de Egyptische politiek zoals hij dat tijdens eerdere reizen had gevormd. “Ik wist al dat het regime verre van koosjer was. Nu zag ik hoe voor het stembureau letterlijk op straat in alle openheid de stemkaarten werden verkocht.”
Maar een opstand heeft hij –net zoals vrijwel alle Egyptewatchers- nooit zien aankomen. “Egyptenaren klaagden altijd veel over hun regering, maar het was nooit van ‘Mubarak moet weg’’. Ik proefde vooral een gelatenheid.” De aanslag op de Koptische kerk in Alexandrië op nieuwjaarsdag had ook vooral een verdere versterking van de nationale trots tot gevolg, zo scheen het Frerik toe. “Er waren allerlei demonstraties waarin de verbondenheid tussen christenen en moslims werd benadrukt.”
Zelfs toen de revolutie in Tunesië, zich ontvouwde, en er ook in Egypte iemand zich in brand stak, leek er nog geen reden om aan te nemen dat Egypte die weg zou volgen. “Met mijn Egyptische en westerse vrienden hadden we het er vaak over: zou dit ook in Egypte kunnen gebeuren? Er gingen veel sms’jes over een weer. Maar de algemene opvatting was toch dat het niet zo’n vaart zou lopen.”
Traangas
Meer nog dan de situatie in zijn woonplaats baarde de ontwikkelingen in Libanon Frerik zorgen. Hij had met zijn vrienden een reis naar dat land en naar Syrie gepland en de regering in Beiroet was net gevallen. “De ironie wil dat wij uiteindelijk heel relaxt door die twee landen reisden, terwijl in Cairo de boel in de brand vloog.”
De impact van de gebeurtenissen drong pas tot Frerik en zijn reisgenoten door toen ze op de vooravond van hun terugreis naar Egypte hoorden dat er aldaar geen mobiel telefoonverkeer en internet meer mogelijk was. En dat er een avondklok was ingesteld. “We hebben nog snel onze familie gebeld om te zeggen dat het goed met ons ging en dat we wellicht in de komende tijd moeilijk contact zouden kunnen onderhouden.”
De autoreis vanaf het vliegveld van Alexandrië naar Cairo zal Frerik niet licht vergeten. “Zonder te overdrijven zagen we honderden legervoertuigen over de wegen gaan. Dat gaf geen prettig gevoel. In Cairo zelf was het traangas te ruiken en te voelen.”
Terug in de hoofdstad verschanste hij zich met zijn vrienden in een appartement, terwijl buiten gewapende burgerwachten checkpoints inrichtten om plunderingen te voorkomen. “We wisten niet wat er precies aan de hand was. Het internet werkte niet, we moesten ons via Al Jazeera een beeld vormen van de situatie. Maar toen we het eindelijk aandurfden om naar buiten te gaan, bleek alles toch nog redelijk veilig. Het feit dat je buitenlander bent, geeft je bescherming. Daarom zijn we ook naar het Tahrirplein gegaan. We wilden natuurlijk wel iets meekrijgen van de historische gebeurtenissen. Het ging daar pas mis op de dag dat ik het land verliet.”
Via facebook is het inmiddels weer mogelijk contact te onderhouden met zijn vrienden in het land. Bang dat moslimfundamentalisten het voor het zeggen krijgen, is hij niet. “Egyptenaren zijn wel vrome moslims, maar het is toch een heel ander land dan Iran. De Moslim Broederschap trekt slechts een klein deel van de bevolking aan.”
Frerik krijgt bovendien het gevoel dat de meesten van zijn bekenden de acties enigszins moe zijn en accepteren dat ze niet het volle pond krijgen. “De mensen willen dat de politieke machtsverhoudingen veranderen. Dat Mubarak zijn positie als partijleider heeft opgegeven en zich niet herkiesbaar stelt moet dan maar de garantie geven dat dat gaat gebeuren. Maar voor de demonstranten op het plein is het waarschijnlijk de dood of de gladiolen.”
XB