Extra nadeel voor 1,5 jarige masters
Studenten die een masteropleiding van anderhalf jaar volgen, krijgen maar een half jaar uitlooptijd voor ze hun ov-kaart verliezen. Dat staat in de plannen van staatssecretaris Zijlstra.
Het gaat om in totaal 23 masteropleidingen van negentig studiepunten, die door de overheid als eenjarige opleidingen worden bekostigd. Studenten van deze opleidingen krijgen ook maar twaalf maanden basisbeurs.
Het voornemen van staatssecretaris Zijlstra om het ov-recht te beperken, pakt voor deze studenten extra nadelig uit. Anders dan andere masterstudenten mogen zij maar zes maanden langer over hun hele studie (bachelor en master samen) doen, voor ze hun reisrecht verliezen. Hun uitloopjaar begint namelijk al terwijl ze nog een half jaar studie voor de boeg hebben en vaak nog aan een verplichte stage moeten beginnen. Reiskosten kunnen dan flink oplopen.
De maatregel gaat ook gelden voor studenten die dit jaar aan hun master zijn begonnen. Wie tijdens zijn bachelor een jaar vertraging opliep en zijn ov-recht ‘verbruikte’, raakt zijn ov-kaart al op 1 september kwijt.
Bij de Rijksuniversiteit Groningen gaat het onder meer om masters journalistiek, Euroculture en international humanitarian action. Of het programma van deze opleidingen kan worden omgegooid, wordt nog bekeken, zegt een woordvoerder. Bij de elf talenmasters lost het probleem zich in de toekomst vanzelf op, want die worden weer éénjarig. Ze zijn te duur en er komen weinig studenten op af.
De Universiteit van Amsterdam biedt acht masteropleidingen van negentig studiepunten aan en de Erasmus Universiteit Rotterdam één.
Overigens mogen studenten aan deze masters wel langer over hun opleiding doen, voor ze een langstudeerboete krijgen. Voor die maatregel wordt het studieprogramma van negentig punten namelijk afgerond op twee jaar, plus een uitloopjaar.