'Fraude na 'Stapel' goed aangepakt'
De wetenschappelijke gemeenschap gaat voortvarend om met de fraude van voormalig hoogleraar Diederik Stapel, vindt staatssecretaris Zijlstra. Dat schrijft hij vandaag aan de Tweede Kamer.
De PvdA wilde graag weten hoe Zijlstra over de kwestie rond de frauderende ex-hoogleraar Diederik Stapel dacht en stelde schriftelijke vragen: heeft de gedragscode van wetenschappers in zijn ogen gefaald?
Daar kan Zijlstra kort over zijn: nee, de gedragscode heeft niet gefaald. “Individuele overtredingen, hoe zwaar ook, duiden niet op een falen van de code. Dit geldt eveneens voor de onlangs aan de orde gekomen fraude van de heer Poldermans.”
Ook vindt hij de werkdruk van wetenschappers geen verklaring voor fraude. “De wil om te presteren en met anderen te concurreren is een heel normaal verschijnsel in de samenleving. Dit geldt niet alleen voor wetenschappers maar ook voor bijvoorbeeld artsen, kunstenaars en topsporters.”
In de wetenschap zorgt concurrentie ervoor dat onderzoeksmiddelen bij de beste wetenschappers terechtkomen, meent Zijlstra. Natuurlijk moeten wetenschappelijke instellingen voor de juiste “checks and balances” zorgen. Maar vertrouwen kan uiteindelijk niet door bureaucratische maatregelen worden vervangen, stelt hij.
Wel onderschrijft hij de opmerking van de PvdA dat de toegang tot vertrouwenspersonen in de wetenschap laagdrempelig zou moeten zijn. In Tilburg moesten promovendi met hun twijfels over Stapel naar de rector magnificus van de universiteit stappen. Dat was geen gemakkelijke beslissing.
Zijlstra verwijst naar de Notitie Wetenschappelijke Integriteit, waarin staat dat vertrouwenspersonen geen lid van het college van bestuur kunnen zijn. Universiteitenvereniging VSNU zal nagaan “of bij alle instellingen aan de voorwaarde van laagdrempeligheid wordt voldaan”, aldus Zijlstra.
Hier ter info de regelingen voor wetenschappelijke integriteit van de UU (redactie DUB)