Geen ov-kaart voor trage student
Het kabinet gaat nog harder op studenten bezuinigen en wil nu ook het recht op de ov-studentenkaart inperken. Wie een jaar te lang over zijn studie doet, moet voortaan zelf zijn treinkaartjes betalen.
Dit blijkt uit plannen die de Tweede Kamer vandaag heeft ontvangen. Daarin staat ook dat studenten met weigerachtige of onvindbare ouders inderdaad hun aanvullende beurs gaan verliezen, zoals staatssecretaris Halbe Zijlstra eerder had laten doorschemeren in een interview met het HOP.
“Het kabinet acht deze maatregelen verantwoord”, aldus de notitie. “Studeren is een goede investering in jezelf en de toegankelijkheid van het onderwijs blijft gewaarborgd door het sociaal leenstelsel.”
Nevenactiviteiten
Studenten verliezen hun basisbeurs in de masterfase, maar behouden hun aanvullende beurs. In het eerste uitloopjaar mogen ze nog gebruik maken van de studenten-ov-jaarkaart, maar daarna is dat recht voorbij. Deze maatregelen moeten per 1 september 2012 ingaan.
“Studenten zullen mede door het sociaal leenstelsel bewuster gaan nadenken over nevenactiviteiten, bijverdiensten en eventuele studievertraging die ze daardoor kunnen oplopen”, voorspelt het kabinet. “Studeren krijgt weer de hoogste prioriteit.”
Prestatiebeurs
Als ze een masteropleiding volgen, mogen studenten ook in hun tweede vertragingsjaar het lage collegegeldtarief betalen. Tot en met het derde vertragingsjaar mogen ze hun beurs en collegegeld lenen. Daarna houdt het op. Ze moeten dan zorgen dat ze binnen tien jaar hun diploma hebben, anders moeten ze hun prestatiebeurs terugbetalen.
De terugbetaaltermijn wordt verlengd van vijftien naar twintig jaar. Daardoor duurt het langer voordat armlastige ex-studenten hun studieschuld kwijtgescholden krijgen. Wel zorgt het voor lagere maandlasten voor afbetalers, hoewel die langer blijven betalen en ook de som aan rente hoger zien oplopen. Overigens kunnen ze ervoor kiezen sneller af te lossen.
Neveninkomsten
De bijverdiengrens blijft in deze plannen bestaan. Studenten zullen dus ook in de toekomst hun recht op studiefinanciering verliezen als hun neveninkomsten te hoog zijn.
Het kabinet voorziet slechts één probleem: “Ouders komen door deze maatregel eerder in aanmerking voor aftrek van de kosten van levensonderhoud van hun studerende kinderen. Ook krijgen werkende studenten hogere aftrekposten voor hun scholingskosten.” Omdat het kabinet niet wil dat de bezuinigingen via de fiscus teniet worden gedaan, willen de bewindslieden maatregelen treffen om de ‘fiscale weglek’ te voorkomen.
Hoger Onderwijs Persbureau