Gehandicapten zijn geen zeurpieten
Gehandicapte studenten zijn soms enthousiaster dan andere studenten over hun docenten en opleiding. Ze ergeren zich alleen wat vaker aan de organisatie, blijkt uit nieuw onderzoek.
Voorheen vielen de oordelen van gehandicapte studenten moeilijk met die van anderen te vergelijken. De steekproef van de Nationale Studenten Enquête was te klein om per opleiding te kijken of hun visie afweek. Maar nu zijn er veel meer studenten ondervraagd, zoals DUB in oktober al meldde.
Er blijken maar een paar onderwerpen waar studenten met een functiebeperking iets negatiever over oordelen dan andere studenten. Dat zijn de studielast, studieroosters, informatievoorziening, studiefaciliteiten en toetsing. Het gaat telkens om een of twee tienden van een rapportcijfer, heeft het Centrum voor Hoger Onderwijs Informatie becijferd in opdracht van de stichting Handicap + studie.
Op andere onderwerpen als studieprogramma en voorbereiding op het beroep oordelen gehandicapte studenten slechts een verwaarloosbare 0,08 punten lager dan hun medestudenten. Ze zijn dus kritischer over de randvoorwaarden van opleidingen. Voor gehandicapte studenten zijn die nu eenmaal belangrijker dan voor anderen.
Volgens de onderzoekers is ‘grotere onvrede’ onder studenten met een handicap “geen onvermijdelijk natuurverschijnsel”. Zo zijn ze in bepaalde sectoren positiever dan hun medestudenten over de inhoud van hun opleiding en de rol van wetenschappelijke vaardigheden. Ze zijn dus “niet per definitie de moeilijke doelgroep waarvoor ze soms worden aangezien”.
De onderzoekers speculeren dat gehandicapten juist door hun beperking beter nadenken over hun vervolgopleiding dan andere studiekiezers. Opleidingen die de knelpunten goed aanpakken, “krijgen daar gunstige oordelen over het onderwijs zelf voor terug.”
In het wetenschappelijk onderwijs scoort een massastudie als rechten slecht onder gehandicapten, terwijl de kleinschalige opleiding fiscaal recht het bij hen op alle punten juist beter doet. Daar is het kennelijk minder lastig om de organisatorische problemen te ondervangen.
De universiteiten van Wageningen en Twente krijgen van gehandicapte studenten de meeste waardering. In Twente zijn ze zelfs enthousiaster dan de overige studenten. In Wageningen valt, ondanks de hoge waardering, nog iets te winnen: niet-gehandicapte studenten zijn namelijk nog positiever.
Overigens gaat het volgens gehandicapte studenten iets beter met de intake en informatievoorziening van hogescholen en universiteiten dan voorheen. Vooral hogescholen hebben zich op dit punt verbeterd. Toch komt hun rapportcijfer op deze punten nog altijd niet boven een zes min. De universiteiten scoren slechts een kwart puntje hoger. Het blijven nog altijd de twee grootste knelpunten voor gehandicapte studenten.
Dyslectici hebben de hoogste waardering voor de intake, terwijl studenten met psychische problemen er minder waardering voor hebben. Het begrip van docenten en medewerkers is in alle gevallen ongeveer even hoog.
Hoger Onderwijs Persbureau