Halbeheffing treft deeltijder harder
Deeltijdstudenten moeten hun opleiding net zo snel doorlopen als gewone studenten, blijkt uit de maatregelen tegen langstudeerders van VVD-staatssecretaris Halbe Zijlstra. Anders krijgen ook zij een boete.
Deeltijdstudenten moeten hetzelfde niveau halen als gewone studenten, terwijl ze vaak minder tijd aan hun opleiding kunnen besteden. Maar daar wil staatssecretaris Halbe Zijlstra geen rekening mee houden in zijn wetsvoorstel over de langstudeerders. Een deeltijdstudie duurt in zijn optiek even lang als een voltijdstudie en wie meer dan een jaar vertraging oploopt moet drieduizend euro meer collegegeld betalen.
De staatssecretaris wil voorkomen dat studenten de langstudeerregeling gaan ontduiken via deeltijdopleidingen. Bovendien meent hij dat deeltijdstudenten geen eigen plek in de wet nodig hebben. Er is namelijk “geen significant verschil” in studievoortgang tussen voltijd- en deeltijdstudenten, stelt hij.
Voor zover het om bacheloropleidingen gaat, heeft hij gelijk. Deeltijdstudenten hebben vaak al werkervaring en kunnen daardoor vrijstellingen krijgen voor delen van de opleiding. Door hun ervaring kunnen ze soms ook sneller studeren. Dus haalt 56 procent van de hbo-deeltijders binnen vijf jaar het hbo-bachelordiploma, tegenover 57 procent van de voltijders. Het studietempo is dus nagenoeg gelijk.
Maar bij de hbo-masteropleidingen (zoals eerstegraads lerarenopleidingen, zorgstudies en kunstopleidingen) ligt dat anders. Na twee jaar studie heeft slechts 48 procent van de deeltijders de hbo-masteropleiding afgerond, tegenover zeventig procent van de voltijders.
Na enkele jaren haalt uiteindelijk zo’n zestig procent van de deeltijders en tachtig procent van de voltijders het hbo-masterdiploma. Voor deze groep deeltijders is de langstudeerregeling dus bijzonder nadelig.
Toch maakt de HBO-raad zich niet druk. “Wij waren hiervan op de hoogte”, zegt een woordvoerder. “Voor sommige studenten kan dit misschien lastig zijn, maar het gaat in het deeltijdonderwijs sowieso om kleine aantallen, dus wij hebben er geen punt van gemaakt.”
Dit jaar begonnen er bijna negentienduizend deeltijders aan een hbo-opleiding. Dat is vijftien procent van het totale aantal eerstejaars studenten in het hoger beroepsonderwijs. In 2001 waren er ruim 24 duizend: toen was bijna een kwart van alle hbo-studenten deeltijder. Bijna de helft van de deeltijders is jonger dan dertig jaar.
Hbo-masteropleidingen trekken in totaal vierduizend deeltijders en slechts negenhonderd voltijders. Ook zijn er bijna vijfhonderd duale studenten, die tegelijk werken en leren.
Over universitaire opleidingen zijn geen vergelijkbare cijfers bekend. De meeste universiteiten kunnen door de ‘zachte knip’ niet eens bepalen hoeveel studenten aan een masteropleiding beginnen, laat staan hoe snel ze afstuderen. Universiteitenvereniging VSNU kon ook nog niet reageren op het nieuws.
Hoger Onderwijs Persbureau