Het nieuwe dashboard van de docent
Sommige studenten boffen maar. Die volgen werkgroepen in het centrumgebied van De Uithof. Wat dat betekent? Onderwijs in een technisch goed uitgerust lokaal en contact met de buitenwereld.
Docente Jojanneke van der Beek van Sociale Wetenschappen heeft al een paar keer verteld hoe fijn het is om college te geven in de opgeknapte lokalen. Het gesjouw met laptops, beamers en tv-combinaties is voorbij, net als de zorg dat er iets kapot gaat of verkeerd wordt aangesloten. De docent beschikt nu over een gebruikersvriendelijk dashboard waarmee het onderwijs de 21ste eeuw is binnengetreden.
Op Nederlandse basisscholen is het al heel gewoon dat er in elk lokaal een digitaal schoolbord hangt, maar aan de Universiteit Utrecht mag je blij zijn als er krijtjes in de collegezaal liggen of stiften bij een whiteboard. Docenten die voor het onderwijs een computer willen gebruiken of een dvd willen laten zien, moeten dit vaak ver van te voren bedenken, apparatuur reserveren, die op tijd ophalen, zelf aansluiten en na het college weer inleveren. Die tijden zijn voor een aantal docenten voorbij. Zij hoeven tegenwoordig alleen hun dvd’tjes of sticky’s niet te vergeten als ze doceren in een opgeknapte ruimte.
Touchscreen
De domeinspecialist Audiovisueel van het Facilitair Service Centrum Peter Janssen laat trots een werkcollegezaal in het Ruppertgebouw zien. Eigenlijk valt er niets bijzonders op. Er staan tafels en stoelen en een houten bureau voor de docent. Aan het plafond hangt een beamer, aan de muur een groot scherm en daarnaast een whiteboard. Wie plaatsneemt achter het docentenbureau ziet ineens wat er zo bijzonder is: de lessenaar heeft een dashboard met diverse aansluitingen voor laptop of een camera en een klein schermpje dat een touchscreen is. Hiermee kan de docent een pc bedienen en hulp inroepen als de techniek of zijn kennis van pc’s te wensen overlaat.
Janssen is trots op de nieuwe uitrusting. In het begin van dit kalenderjaar zijn alle werkgroepruimtes in de gebouwen Langeveld, Van Unnik en Ruppert in De Uithof voorzien van de nieuwe apparatuur en aansluitingen op internet. “De bedoeling van deze operatie is dat docenten overal dezelfde apparatuur met dezelfde mogelijkheden krijgen.”
Flexibel onderwijs
Docenten stonden er om te springen. “Vroeger moest je bij het voorbereiden van je colleges bedenken wanneer je bijvoorbeeld internet of een dvd-speler met televisie nodig had”, zegt Jojanneke van der Beek. “Als je college gaf en je had eens wat tijd over, kon je niet nog even een filmpje laten zien, of naar een internetsite surfen voor meer informatie als je geen beamer-laptop combi had gehaald. Nu heb je altijd en overal internet onder handbereik en kun je wanneer je maar wilt een dvd’tje afspelen. Dat maakt je onderwijs heel flexibel en adaptief.”
Als voorbeeld neemt ze één van haar eigen colleges. “Ik geef het tweedejaarsvak dat gaat over stoornissen en problemen die kinderen kunnen hebben. Het is een vrij theoretisch vak. Op het moment dat je met casussen aan de slag gaat, kan ik een dvd’tje uit mijn tas pakken, in de computer stoppen en een illustrerend filmpje op het grote scherm laten zien. Dat kan ik bij wijze van spreken de ochtend voor ik van huis ga, nog bedenken. Ik hoef geen apparatuur meer te reserveren. Een ander fijn punt is dat als ik aan het einde van mijn college nog tijd over heb, ik via internet nog een illustrerend filmpje kan laten zien.”
Vrij van angst
Wat Van der Beek vooral heel prettig vindt, is dat ze zich geen zorgen meer hoeft te maken over de techniek. “Eén van de eerste keren dat ik een laptop-beamer combi leende, ging er van alles mis. Dat kostte heel veel tijd. Dat geval bleef me achtervolgen en zorgde er voor dat ik maar liever niets met techniek in een college deed. Als ik nu een probleem zou hebben, geeft het scherm op het dashboard aan wat ik moet doen en als het probleem blijft, komt er binnen enkele minuten iemand langs om me te helpen.”
Volgens Peter Janssen moet een probleem binnen 10 minuten zijn opgelost. “Het aanpassen van de collegezalen heeft dus ook een efficiencyslag tot gevolg. In totaal zijn er in het centrumgebied tussen de 80 en 90 collegezalen. Bij elke wisseling van college kunnen zich problemen voordoen. Doordat we nu van een afstand de meeste problemen kunnen verhelpen, scheelt dat tijd en een hele hoop irritatie.”
Janssen gaat nu niet op zijn lauweren rusten. “De collegezalen zijn uitgerust met vier verschillende netwerken waarvan er nu nog maar twee gebruikt worden. Je hebt de hulplijn voor technisch onderhoud en internet, maar er liggen ook nog kabels voor camera’s en videostreaming. Dan kan je in de toekomst je college opnemen, of we kunnen als helpdesk in het lokaal kijken en zo zien waar er problemen zijn.
GK