Hoe onderscheidt de UU zich?

Op welke manier karakteriseren de vier speerpunten het Utrechtse onderzoek? Hoe onderscheidend is het Utrechtse profiel? Waarom is er voor onduidelijke begrippen als Instituties gekozen en waar blijven de alfa’s en gamma’s bij de speerpunten Life Sciences en Duurzaamheid? De universiteitsraad had gisteren tijdens de vergadering met het college van bestuur nog vele vragen over het gepresenteerde profiel van de Universiteit Utrecht.

Hoewel de raadsleden blij zijn met de wijzigen in de tekst van de powerpointpresentatie van het profiel van de Universiteit Utrecht die ze eerder bij de commissie Onderwijs & Onderzoek onder ogen hadden kregen, bleef er nog genoeg discussiestof over. Vele kleine onduidelijkheden waren snel opgehelderd, maar de vraag hoe onderscheidend het Utrechtse profiel nu echt is in vergelijking met de profielen van de andere universiteiten, en de vraag of het klopt dat het alfa en gamma onderzoek er wat bekaaid vanaf komt, kostte de nodige woorden van het college van bestuur.

De universiteit van Leiden, zo weet Diederick Raven van de U-raad, heeft ook Life Sciences gekozen als profilering. Groningen daarentegen heeft gekozen voor ouderdom ofwel aging. “We willen graag de dingen in verhouding zien, maar hebben er totaal geen zicht op.” Het college van bestuur, zo klonk het enigszins verwijtend, vertelt daar ook helemaal niets over. Het zou toch fijn zijn als voor het bezoek aan Den Haag een en ander misschien nog kan worden bijgestuurd op het moment dat de profielen van de andere universiteiten bekend worden.

Volgens het college van bestuur zijn de gekozen zwaartepunten maar woorden die nog nadere invulling nodig hebben. Zelfs de speerpuntnamen Life Sciences, Duurzaamheid, Instituties en Jeugd en Identiteit zouden best nog eens kunnen veranderen. Het gaat vooral om het onderzoek dat onder die termen hangt. “Op het vlak van Life Sciences hebben wij gekozen voor bijvoorbeeld public health, waaronder humane en veterinaire gezondheidszorg vallen. Dat heeft Leiden niet.” “Qua stamcellen”, vult rector Van der Zwaan aan, “zijn wij leidend in Europa. Mede vanwege de interdisciplinaire aanpak.” Ook daarin is Utrecht uniek, wil hij maar zeggen.

De rector ziet ook nog genoeg mogelijkheden voor verschillende onderzoekers om zich bij de zwaartepunten aan te sluiten. De kritiek dat Duurzaamheid en Life Sciences nu voornamelijk wordt ingevuld vanuit de technische hoek, onderkent hij. De tip die Raven tijdens de commissie O&O gaf, nam hij toen ook ter harte. Raven zei toen dat voor een duurzame samenleving er ook iets tussen de oren van mensen moet gebeuren en dat daar onderzoek van de faculteit Sociale Wetenschappen mooi bij past. Op die manier kan er ook naar Life Sciences worden gekeken, zei hij toen. Tijdens de U-raadsvergadering werd teruggegrepen op die discussie. Als onderzoekers zich willen ontwikkelen richting zwaartepunten dan wordt dat alleen maar toegejuicht, is eigenlijk de boodschap. Van der Zwaan: “Er zijn kansen genoeg.”

De precieze invulling van de profielen is de volgende stap, zegt Yvonne van Rooy. De profielen van alle universiteiten moeten in december bij universiteitenvereniging VSNU liggen. Dan zal er meer duidelijk worden over de verschillen tussen de universiteiten. Misschien wel door middel van een artikel op de site van de VSNU, zegt ze.

Om het Utrechtse profiel nu al af te zetten tegen de profielen van de andere universiteiten is moeilijk en niet wenselijk, liet het college weten. Niet elke universiteit, zo licht directeur van de UB&D Joop Kessels toe, bespreekt het profiel in de openbaarheid. Er is dus nog gewoon veel onbekend over de profielkeuzes van andere universiteiten. “De profielen zijn gebaseerd op eigen krachten”, zegt Van Rooy.  Het is daarom niet verstandig om je eigen profiel aan te passen, omdat een andere universiteit eenzelfde zwaartepunt kiest, zegt de rector.

Interview met de rector: UU profiel moet het beste uit iedereen halen.

Advertentie