Hongerige cel met vreetkick kent zijn grenzen

Cellen die delen van zichzelf opeten kunnen dat proces autonoom stopzetten. Dat ontdekte de Utrechse hoogleraar celbiologie Judith Klumperman in samenwerking met collega’s van het National Institute of Health in Washington. De ontdekking van de UMC-onderzoeker, die op 6 juni werd gepubliceerd in het vooraanstaande tijdschrift Nature maakt het voor artsen moeilijk om bijvoorbeeld kankercellen ‘uit te hongeren’.

Cellen hebben, net als mensen, voedsel nodig. En zoals mensen bij een tekort aan voedingsstoffen hun eigen vetreserves kunnen gebruiken, zijn cellen in staat hun eigen producten in te zetten als brandstof. Die autofagie (zelfkannibalisme) is onderdeel van de normale spijsvertering van de cel, maar ook een overlevingsstrategie ten tijde van voedseltekort.

Tot nu toe was al wel duidelijk hoe cellen het stadium bereiken dat ze zichzelf kunnen verteren, maar tastten onderzoekers in het duister rond het vervolg. Klumperman en haar collega’s ontdekten dat bij ratten, vissen, vogels en mensen één enzym ervoor zorgt dat de cel zich niet helemaal opvreet: het enzym mTOR.
 
Stoppen met eten

Cellen moeten autofagie kunnen reguleren omdat ze ook te veel kunnen opeten. Dat leidt tot een verstoorde celfunctie en uiteindelijk celdood. Om te ontdekken hoe cellen dat doen, onthielden de onderzoekers de cellen gedurende langere tijd voeding. Ze zagen dat het enzym mTOR (een eiwit dat andere eiwitten van een fosfaatgroep voorziet) geremd werd. Op dat moment begon de cel zichzelf op te eten.

Maar na een tijd stopte dat proces, omdat mTOR door de cel werd gereactiveerd met behulp van de afvalproducten van het zelfkannibalisme. Er is dus sprake van een zelfsturend systeem, aldus Klumperman, die hiermee aantoont dat pogingen om tumorcellen uit te hongeren als strategie tegen kanker waarschijnlijk niet het gewenste effect zullen hebben.

EH / (Bron: perscommunicatie NWO)

Advertentie