Hulp om integer te kunnen werken

De TU Delft gaat een commissie instellen die wetenschappers adviseert hoe zij integer kunnen samenwerken met het bedrijfsleven. Dat moet een hoop gedonder voorkomen, verwacht collegevoorzitter Van den Berg.

Van den Berg wordt uitgebreid geïnterviewd in universiteitskrant Delta, naar aanleiding van een kritische publicatie in NRC Handelsblad over nevenwerkzaamheden van bestuurders en hoogleraren en mogelijke belangenverstrengeling.

Volgens Van den Berg zitten universiteiten in een lastige situatie. Van het kabinet moeten ze meer ondernemerschap tonen en hun kennis valoriseren, maar tegelijkertijd mag samenwerking met het bedrijfsleven niet tot belangenverstrengeling leiden. Bij zulke vormen van samenwerking “krijg je natuurlijk altijd situaties waar de universiteit ophoudt en het bedrijf begint”, zegt collegevoorzitter Van den Berg.

Integere rector

In het NRC-artikel wordt ook melding gemaakt van een bedrijfje dat mogelijk voordeel had van het feit dat een van zijn aandeelhouders rector magnificus Luyben is. Volgens Van den Berg was er niets aan de hand, maar in de toekomst wil hij over dergelijke zaken “geen gedonder” meer krijgen. Om die reden is een commissie in het leven geroepen die wetenschappers per geval kan adviseren over valorisatie. De commissie zal bestaan uit iemand uit het bedrijfsleven, een rechter en een wetenschapper. Wetenschappers zijn vrij om advies te vragen, “maar iedereen die een beetje hersens heeft, zal die commissie zeker weten te vinden. En de meeste mensen hebben hier hersens, dus ik verwacht dat daar heel veel mensen naar toe gaan die in zo’n situatie zitten”, aldus de collegevoorzitter.

Een aanscherping van bestaande integriteitscodes acht hij niet nodig. De nieuwe commissie is volgens hem bedoeld om individuele gevallen te beoordelen en niet “om in painful exercitie te gaan met eindeloos weer nieuwe regeltjes”. Geïnteresseerde collega-universiteiten mogen zich in Delft melden.

Tuinman

Van den Berg wil ook de richtlijnen voor nevenfuncties onder de loep nemen. Maar hij vindt nog altijd dat bijbanen – hoewel juridisch verplicht - niet gemeld hoeven worden als ze voor de universiteit niet van belang zijn en niet in werktijd worden vervuld. “Als iemand als nevenfunctie in zijn vrije tijd voorzitter is van tuinenclub x, y of z in stad x, y of z, is dat misschien wat minder relevant voor de TU Delft.”

Advertentie