Koudwatervrees opleidingen bij publiceren studentoordeel over cursus

Utrechtse opleidingen zeggen dat ze graag laten zien wat er met studentoordelen over vakken en docenten wordt gedaan. Maar helemaal met de billen bloot? "Zo plat is onderwijs niet."

Waar een universiteitsbestuur erop aandringt dat cijfers van studenten met naam en toenaam worden gepubliceerd, zou de druk om oordelen over het functioneren van docenten openbaar te maken ook wel eens kunnen toenemen. De digitalisering van de cursusevaluaties van de afgelopen jaren maakt bovendien dat dit soort gegevens gemakkelijk en snel beschikbaar zijn.

Toen de faculteit Geesteswetenschappen dit voorjaar voorstelde om de resultaten van de cursusevaluatie zichtbaar te maken voor studenten van die cursus, kwam er protest. De faculteit zou daarmee de privacy-wetgeving niet naleven, vond een raadslid. Van de studentgeleding in die raad mogen de gegevens nog wel breder verspreid worden. Hoe denken UU-opleidingen eigenlijk over de openbaarheid van de studentoordelen over vakken en docenten? Angst voor een botte afrekencultuur is er niet, maar de transparantie kent grenzen, zo blijkt uit een rondgang.

Geen persoonsdossier
“Waar zou je bang voor zijn? Cursusevaluaties zijn ervoor bedoeld om het onderwijs te verbeteren. Niet om de docent te beoordelen. Dat is een misvatting.” Onderwijsdirecteur van Informatica Jeroen Fokker verwoordt in zijn werkkamer nog eens de reactie die hij postte onder het DUB-artikel over de Geesteswetenschappen-discussie.

Fokker begon jaren geleden al met een systeem voor digitale cursusevaluaties. Dat wordt inmiddels gebruikt door een groot deel van de bètafaculteit en het University College. Hij is het eens met de opstelling van de juristen van de universiteit en het faculteitsbestuur van Geesteswetenschappen. “Er is geen sprake van een persoonsdossier in de zin van de privacy-wetgeving”, stelt hij. “En als het wel zo wordt gebruikt dan is dát verkeerd.”

De onderwijsdirecteur benadrukt het belang van openheid. “Een defensieve houding leidt nergens toe. Het minste dat studenten mogen verwachten is dat zij het verslag van de evaluatie van een cursus mogen zien.”

Cultuurverschil
Fried Keesen, onderwijsdirecteur van het University College, ziet de discussie bij Geesteswetenschappen over de openbaarmaking van de resultaten van cursusevaluaties zelfs als een cultuurgebonden fenomeen. “Als de cultuur is dat iedereen zijn eigen winkel heeft, dan worden openbare oordelen een probleem. Bij de alfa’s is men meer gewend om als solist te werken. Dat zie je in het onderzoek en die cultuur vind je terug in het denken over onderwijs. Bij de bèta’s werken onderzoekers en docenten meestal in teams. Zij hebben ook meer het gevoel dat het onderwijs door een team verzorgd wordt en vinden het vanzelfsprekender dat je informatie deelt.”

Zonder te willen ontkennen dat er verschillen zijn binnen de universiteit, verwerpt Berteke Waaldijk vice-decaan van Geesteswetenschappen een mogelijke gevolgtrekking uit Keesens woorden. Volgens haar is er zeker geen sprake van onderling wantrouwen binnen haar faculteit. “Ik wil er graag op wijzen dat er één faculteitsraadslid is dat deze zaak heeft aangekaart. De meeste andere docenten zijn prima tevreden over ons systeem.”

Rate your professor
Bestuurders van opleidingen zijn terughoudend als het gaat om een consumentvriendelijk voorlichtingssysteem op basis van de cursusevaluaties, zoals sommige studenten wel zouden willen.

“Ik denk niet dat we vanuit de universiteit een soort rate your professor-initiatief moeten beginnen”, denkt Berteke Waaldijk. Jeroen Fokker snapt de behoefte van de studenten. “Als ik iets koop op e-bay lees ik ook de recensies van andere kopers.” Toch ziet hij niets in een “sterretjessysteem in de studiegids”. “Zo plat is het onderwijs niet.”

Cursusevaluaties moeten helpen het onderwijs te verbeteren, niets meer en niets minder. Onder het motto “we hebben niets te verbergen” zeggen alle opleidingen dat studenten die een vak gevolgd hebben de uitkomsten van een evaluatie moeten kunnen zien. Maar andere studenten toegang geven tot die scores, bijvoorbeeld omdat ze erover denken volgend jaar de cursus willen doen? Dat ziet niet iedereen zitten.

Vertrouwelijkheid
Onderwijsdirecteur Sjef Smeekens wil de resultaten van cursusevaluaties alleen beschikbaar stellen voor opleidingscommissie en studenten die aan de cursus hebben deelgenomen. Als je het breder zou doen, krijg je problemen met de vertrouwelijkheid, vreest hij. “Je wilt geen docenten schaden. Onze vakken scoren vrijwel zonder uitzondering goed, maar de docent die –misschien zelfs om heel begrijpelijke redenen- een keer lager scoort, moet je beschermen.”

Volgens Smeekens hebben studenten ook nooit aangegeven behoefte te hebben aan dergelijke informatie. “Misschien omdat we gewoon goede cursussen met goede cursusbeschrijvingen hebben. Of misschien omdat studievereniging UBV een vrij populaire alternatieve studiegids uitbrengt met recensies van cursussen. Hoe dan ook: ik zie geen noodzaak iets te veranderen.”

Op het UCU worden de rapportages van de cursusevaluaties na bespreking wel online beschikbaar gesteld voor alle studenten. “Als het goed gaat mag iedereen het weten, als het slecht gaat ook”, stelt Fried Keesen. Al nuanceert hij die opstelling door te stellen dat zorgvuldig wordt omgaan met bijvoorbeeld beginnende docenten die werkelijk onvoldoende scoren. “Maar dat komt zelden voor.”

UCU-studenten tonen volgens Keesen overigens weinig belangstelling voor de gegevens over de cursussen. “We hebben hier een kleine gemeenschap waar iedereen elkaar kent en met elkaar praat. Elke cursus krijgt zo vanzelf zijn eigen pers op de campus. Daarvoor hoeven ze niet op internet te kijken.”

E-bay
De faculteit Geesteswetenschappen gaat de komende maanden het één jaar oude evaluatiesysteem evalueren. Mede op basis van de bevindingen zal bepaald worden of, en zo ja, op welke manier resultaten breder beschikbaar zullen worden gesteld. Berteke Waaldijk zegt daarbij voorzichtig te zullen opereren. “Want door de discussie in de faculteitsraad heb ik wel gemerkt dat je hiermee dicht op de huid van docenten zou kunnen komen.”

De opleiding Informatica stelt de resultaten van de cursusevaluatie net als het UCU wel al online beschikbaar voor alle studenten. “Als ik dat niet doe, gaan studenten op den duur zelf die informatie aanbieden”, zegt Jeroen Fokker. “Ik denk dat het beter is dat een opleiding die informatie geeft dan dat op basis van wat anekdotische gegevens, bijvoorbeeld in een alternatieve studiegids, een al te gekleurd beeld wordt geschetst.”

Collega-docenten in zijn faculteit Bètawetenschappen herkennen volgens Fokker zijn systeem als een “bottom up-initiatief”. “Ik ben zelf docent, ik weet welke informatie docenten van belang vinden.” Het systeem kent bovendien enkele functionaliteiten die het vertrouwen van docenten nog verder vergroten, meent Fokker. Zo vullen studenten ook open vragen in die het beeld vaak nuanceren. Docenten kunnen zelf vragen toevoegen of een anonieme respondent benaderen voor uitleg over een opmerking. In het verslag kan een docent tenslotte zijn eigen visie geven op de resultaten. “Elke student die de rapportage wil lezen, kan dat dus doen. Maar je krijgt dus een heel genuanceerd verhaal, geen e-bay-recensie.”

 

 

 

'Niet gediend van dit soort spam'

Veel studenten blijken geen zin of geen tijd te hebben om een digitale enquête over een gevolgd vak in te vullen. De respons blijft vaak onder de 50 procent. Soms gebruiken opleidingen daarom leuke lokkertjes, zoals bioscoopbonnen. Maar ook de docent kan iets doen, zo zeggen enkele docenten.


Jeroen Fokker, onderwijsdirecteur Informatica:

“Dat soms maar 20 procent van de studenten na de cursus het evaluatieformulier invult, is toch wel heel erg. Ik heb meegemaakt dat een visitatiecommissie aanraadde om weer papieren enquêtes verplicht in te laten vullen na tentamens. Maar dat is de wereld op zijn kop.
“Het is voor studenten inderdaad erg gemakkelijk om ons verzoek te negeren. Maar klaarblijkelijk begrijpen ze niet dat dit een van de weinig manieren is waarop ze zelf hun onderwijs kunnen verbeteren. Wat ik echt jammer vind, is dat sommige studenten aangeven ´niet gediend te zijn van dit soort spam´. Die cursusevaluaties zijn hard bevochten in het verleden.
“Wij doen alles om de respons te vergroten, herhaalmailtjes etcetera. Bij biologie verloten ze een fiets onder studenten die meedoen, maar daar zet ik toch mijn vraagtekens bij. Wat lok je daarmee uit?”


Saskia Kliphuis, student van de opleidingscommissie Biologie:

“Vorig jaar hebben we inderdaad drie keer een fiets aan een van de deelnemende studenten gegeven. Nu verdelen we bioscoopbonnen, zo´n fiets was toch iedere keer weer veel gedoe.
“Er was vorig jaar echt een noodzaak om iets te doen, de evaluaties dreigden niet meer representatief te zijn. En het heeft gewerkt, de respons is gestegen van soms onder de 20 procent naar zo´n 30 tot 40 procent nu.
“Ik ben ervan overtuigd dat studenten die gelokt zijn door dat extraatje die evaluaties serieus invullen. Als ze dan toch meedoen aan een onderzoek dan gaan ze er ook wel even voor zitten.”


Berteke Waaldijk, vice-decaan Geesteswetenschappen:

“We willen graag met onze respons structureel naar de 60 procent. Nu schommelt dat zo tussen de 35 procent en de 75 procent. Door studenten inzage te geven in de resultaten van de evaluaties waar ze zelf aan hebben meegewerkt, hopen we al een stimulans te geven.
“Ik ben niet principieel tegen externe prikkels om de deelname te vergroten, maar die iPad -of wat dan ook- mag niet de enige reden zijn voor studenten om mee te doen. Ik denk dat er ook een belangrijke rol ligt bij de docenten.
“Van hen verwacht ik dat zij met de studenten praten over de opzet en inhoud van de cursus. Daar hoort ook bij dat zij het belang van de digitale evaluatie toelichten.”


Fried Keesen, onderwijsdirecteur van het University College:

“Bij ons is de respons gemiddeld zo´n 70 tot 75 procent. Die hoge deelname is voor een groot deel te danken aan het feit dat we docenten verantwoordelijk maken voor een behoorlijke respons. Als die laag is krijgen ze dat echt te horen.
“Veel docenten maken dus bewust tijd vrij in de cursus om de evaluatie in te vullen. Zelf wijs ik soms net voor de pauze dat de deelname aan de evaluatie nog niet op peil is. `Na de pauze is hij over de helft´, roep ik dan . En dat lukt dan ook, want er zijn bij ons altijd wel een aantal computers in de buurt.”

 

 


Advertentie