Lachen naar het vogeltje
Niet iedereen denkt bij het studentenleven aan een huisdier. Toch zijn er heel wat studenten die er één hebben. Speciaal voor Dierendag fotografeerde DUB vier studenten met hun huisdier.
Lenneke, studente Diergeneeskunde, heeft twee konijnen (Adje en Charlie) en een hamster (Bijoux). Adje en Charlie heeft ze pas sinds een maand, de hamster al een jaar. “Een vriendin van me had nog een konijnenhok staan. We knapten het op en zetten er deze konijnen in”, vertelt ze. “Ze zijn heel zacht en pluizig, ik vind het heel gezellig om met ze te knuffelen als ik televisie kijk.”
“Ik had eerst een pony op dezelfde stal als waar Dana is geboren. Ik ken haar dus al sinds ze een veulen is”, vertelt Julia, studente Psychologie. “Mijn moeder was altijd gek op paarden, dus ik kreeg al een eigen pony toen ik 8 jaar oud was. Dana was een verjaardagscadeau.” Julia is in Duitsland opgegroeid en woont sinds twee jaar in Nederland. “Het is fijn dat Dana ook hier is, zo heb ik toch nog iets van thuis meegenomen. Je bouwt samen een relatie op; het is echt een vriend.”
"Drango (rechts op de foto) heb ik meegenomen uit Guatamala. Ik werkte daar in een asiel en ik vond hem zo lief dat ik hem niet wilde achterlaten.” Nicky, die net haar studie Algemene Sociale Wetenschappen heeft afgerond, woonde toen nog bij haar ouders en had daar al een hond: Issa. “Drango heeft daarom anderhalf jaar bij een vriendin gewoond, tot ik op kamers ging.” Toen nam ze haar hond Issa ook mee. Met zijn drieën hebben ze jaren op een kamer van 14 vierkante meter gewoond. “Toen had ik wel een hoogslaper en een hoog bureau, dus konden de honden daaronder liggen. Ik nam ze wel vaak mee naar buiten, anders was het gewoon zielig.” Haar huisgenoten vonden de heel gezellig, zegt ze. “Ik denk dat ze het nu wel heel stil vinden, zo zonder Issa en Drango!” Want inmiddels woont ze met haar vriend en honden in een groter appartement.
Nouki, studente Diergeneeskunde, heeft een grasparkiet die Boogie heet. “Ik kreeg hem vier jaar geleden, toen ik 15 was”, zegt ze. “Ik was altijd dol op vogels, maar ik dacht dat ik daar allergisch voor was. Toen uit alle testen bleek dat het aan iets anders lag, heb ik gelijk tegen mijn moeder gezegd ‘dan wil ik nu een vogel’. Het is gezellig dat hij steeds geluidjes maakt, ik heb hem ook wat woordjes geleerd. Boogie? Errorbiertjekopjekoffiepoespoes!” Boogie blijft stil. “Nou ja, hij doet het niet altijd. Als ik ga slapen, is hij stil. Dat heeft hij onderhand wel door.” En dan komt Boogie over de brug: “Kopjekoffie biertje!”