Lof en kanttekening voor Van Rooy
De waardering voor de beslissing van Yvonne van Rooy om vrijwillig een deel van haar salaris in te leveren bij haar herbenoeming is groot, binnen en buiten de universiteit. Tegelijkertijd is er de vraag of de Utrechtse collegevoorzitter wel anders kon.
´Hulde!´, is het oordeel van het doorgaans kritische VVD-kamerlid Anne-Wil Lucas. ´Yvonne van Rooy geeft voorbeeld´, vindt GroenLinks-statenlid Karin Boelhouwer. Het zijn twee van de lovende geluiden die de afgelopen twee dagen op Twitter verschenen.
De beslissing van de Utrechtse collegevoorzitter om haar salaris vanwege de maatschappelijke discussie rondom topsalarissen terug te brengen tot de Balkenende-norm werd ook opgepikt door vele traditionele media. Voor de Volkskrant vormde de berichtgeving aanleiding om andere grootverdieners in het hoger onderwijs onder het vergrootglas te leggen. Vooral de Wageningse bestuursvoorzitter Dijkhuizen moest het daarbij ontgelden.
Binnen de universiteit zelf zijn vooral instemmende geluiden te horen. Universiteitsraadslid Joop Schippers spreekt van een “verstandig” besluit. “Het politiek gevoel waar de collegevoorzitter altijd om geroemd wordt, laat haar ook nu niet in de steek. Gelet op de huidige maatschappelijke trend en de manier waarop over hoge salarissen wordt gesproken, toont zij zich een wijs bestuurder.”
Uit een artikel van het Hoger Onderwijs Persbureau vrijdag blijkt echter dat de Utrechtse collegevoorzitter wellicht geen andere keuze had dan haar salariseisen terug te schroeven. Het ministerie van OCW heeft immers aangekondigd bij nieuwe benoemingen salarissen boven de afgesproken norm als ‘ondoelmatig besteed geld’ te beschouwen. Het te veel uitgekeerde bedrag wordt in mindering gebracht van de overheidsfinanciering. In een brief gaf minister Van Bijsterveldt in januari bovendien aan dat deze regeling ook zou gelden bij herbenoemingen.
In het HOP-bericht stelt de Utrechtse voorzitter van de Raad van Toezicht Rien Meijerink dat het nog allerminst zeker is dat het ministerie een verlaging van een salaris daadwerkelijk juridisch kan afdwingen. Universiteiten, hogescholen en hun toezichthouders wachten bovendien nog steeds op een reactie van het ministerie op bezwaren die zij hebben geuit. “Om commotie te voorkomen” zou Van Rooy toch maar hebben besloten om haar salaris te verlagen, zo vertelde Meijerink het HOP.
Tegenover DUB zegt Meijerink echter dat de opstelling van het ministerie allerminst van doorslaggevend belang is geweest in de overwegingen van Van Rooy. “Dat is slechts achtergrondmuziek. Ze heeft deze beslissing niet genomen om gedoe voor te zijn. Nee, ze heeft goed geluisterd naar de maatschappelijke discussie en gedacht: hier is een gebaar op zijn plaats. En dat wordt gewaardeerd.”
Universiteitsraadlid Schippers vindt dat de collegevoorzitter hoe dan ook geprezen moet worden. “Ook als deze beslissing is ingegeven door het streven ingrijpen vanuit het ministerie te voorkomen, heeft zij haar maatschappelijke verantwoordelijkheid genomen. Zij begrijpt dat zij het boegbeeld is van deze organisatie. Als zij zelf in diskrediet wordt gebracht dan wordt de hele UU in diskrediet gebracht. Zij kiest er dan voor om dat niet te laten gebeuren en neemt het financiële nadeel voor haarzelf voor lief.”