Lof voor Klinische Gezondheidswetenschappen
Tevreden gezichten vrijdagmiddag bij de Utrechtse opleiding Klinische Gezondheidswetenschappen. Een visitatiecommissie sprak in de Tuinzaal van het Hijmans van den Berg-gebouw een positief oordeel uit over de studie.
“Grosso modo een goede opleiding”, vatte voorzitter prof. dr.Luc Vanhees, hoogleraar bewegings- en revalidatiewetenschappen in Leuven, de bevindingen van de commissie kort samen. Vanhees sprak bovendien zijn bewondering uit over de positieve houding van zowel studenten, docenten, alumni als management.
Klinische Gezondheidswetenschappen bestaat formeel pas een jaar. Door de masterreductie-operatie van het ministerie konden de al enkele jaren samenwerkende opleidingen Fysiotherapiewetenschap en Verplegingswetenschap zonder ellenlange procedures een gezamenlijk CROHO-label onder die naam verwerven. Deze week volgde de eerste visitatie van de opleiding die een jaarlijkse instroom kent van zo’n 60 deeltijdstudenten.
Commissievoorzitter Vanhees toonde vooral waardering voor de samenhang en de studeerbaarheid van de opleiding. Ook de kwaliteit en inzet van de docenten vond hij prijzenswaardig. Tenslotte werden ook de faciliteiten van de opleiding in het Hijmans van den Berg-gebouw door de commissie hoog gewaardeerd.
Minder expliciet was Vanhees over de bedenkingen van de commissie. “We zijn niet geconfronteerd met negatieve verrassingen en mindere punten zijn door de opleiding zelf al opgepakt.”
De commissievoorzitter stipte slecht enkele “discussies” aan. Zo was het de Vlaamse hoogleraar opgevallen hoe in Nederland angstvallig wordt vastgehouden aan de scheiding tussen academische en professionele opleidingen. Hij verwees hiermee naar de academische profilering van de opleiding in contrast met de beroepsgerichte insteek van concurrerende HBO-masters. In de internationale context worden de twee aspecten volgens Van Hees vaak verenigd. “Zoals dat in Nederland bij Geneeskunde wel gebeurt.”
Ook had de commissie met de opleiding gediscussieerd over het relatief hoge aantal cum laudes. Vanhees: “Niet dat ik dat zelf nu zo’n probleem vindt; het waren vooral docenten zelf die vonden dat daar eens naar gekeken moet worden. Bent u te gul of hebt u gewoon erg goede studenten?”
Tijdens de lopende lunch na afloop benadrukten de aanwezigen dat de opleiding inderdaad gekenmerkt wordt door zeer gemotiveerde studenten. In meerderheid betreft het deeltijdstudenten die al behoorlijk wat werkervaring hebben opgedaan en zich graag verder willen ontwikkelen. De zorgen over de mogelijk nadelige gevolgen van de nieuwe langstudeerdersmaatregelen van staatssecretaris Zijlstra voor de instroom van deeltijdopleidingen werden vrijdagmiddag maar even vergeten.
XB