Meer niet-westerse allochtonen in hoger onderwijs
Opnieuw volgt een groter deel van de niet-westerse allochtonen in Nederland een opleiding in het hoger onderwijs. Veertien procent van de hbo-studenten en dertien procent van de universitaire studenten was vorig jaar van niet-westerse afkomst.
Uit het Jaarrapport Integratie 2010 van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat allochtone studenten in Nederland hun achterstand langzaam maar zeker inhalen. Inmiddels 55 procent van de niet-westerse bevolking begint aan een opleiding in het hoger onderwijs, tegen gemiddeld 58 procent van de autochtone bevolking. En van de tweede generatie allochtone vrouwen (minimaal één ouder geboren in een niet-westers land) gaat een even groot percentage studeren als van de autochtone Nederlandse vrouwen.
Opvallend is dat tachtig procent van de Antilliaanse vrouwen in Nederland naar het hoger onderwijs gaat. De verklaring van het CBS is dat relatief veel Antillianen juist voor hun studie naar Nederland verhuizen; van de eerste generatie Antillianen gaat maar liefst 92 procent naar een hogeschool of universiteit.
Turkse en Marokkaanse jongemannen daarentegen blijven achter in het hoger onderwijs. Hoewel ook dit aandeel de laatste jaren is gegroeid, studeerde vorig jaar slechts 43 procent van hen aan een hogeschool of universiteit.
Studenten van niet-westerse afkomst studeren overigens nog steeds minder snel en halen minder vaak hun diploma dan hun autochtone collega’s. Vrouwen scoren daarbij in beide groepen beter dan mannen.
Hoger Onderwijs Persbureau