Mondelinge feedback is onmisbaar bij portfolio

Docenten stimuleren leerlingen te weinig om na te denken over hun eigen ontwikkeling. Een portfolio biedt daarvoor uitstekende kansen, maar in de praktijk schiet het gebruik van dat hulpmiddel volgens de Utrechtse onderwijskundige Marieke van der Schaaf ernstig tekort.

Steeds meer scholen verwachten veel van een digitaal ontwikkelingsportfolio. Daarin houden leerlingen bij wat ze doen en leren. Onmisbaar onderdeel van het leren is dat leerlingen nadenken over wat en hoe ze leren: reflectie. Van der Schaaf ontdekte bij een onderzoek op verschillende scholen echter dat portfolio’s gemiddeld voor slechts twintig procent bestaan uit vormen van reflectie.

Gesprekken tussen leerlingen en docenten naar aanleiding van de portfolio’s bleken eveneens voor niet meer dan twintig procent reflectief te zijn, zo bleek uit een analyse van veertig op video opgenomen gesprekken. De vaak weinig voor het portfolio gemotiveerde leerlingen hadden over het algemeen de neiging hun aanpak te beschrijven of toe te lichten zonder dat ze er blijk van gaven er diep over na te denken. Docenten nodigden hen daar in de gesprekken vaak ook niet toe uit.
 
Volgens de onderzoeker kunnen docenten hun leerlingen helpen bij het reflecteren door tijdens de gesprekken over de portfolio’s en onderzoeksopdrachten een vaste gespreksindeling en vooraf bepaalde beoordelingscriteria te gebruiken. Ondersteunende feedback geven betekent niet alleen dat de docent vertelt wat goed en minder goed is, maar ook waarom dat zo is en hoe een beter resultaat bereikt kan worden.

Bij voorkeur krijgt de leerling de ruimte om op feedback te reageren zodat er een dialoog ontstaat waarin hij of zij vragen kan stellen aan de docent. Zo kan de docent meteen checken of de leerling de feedback begrepen heeft.

EH

Er is ook een tweede video gemaakt

Advertentie