Nature-lezer twijfelt aan wetenschapper

Zelfs de lezers van gerenommeerde wetenschappelijke tijdschriften hebben weinig vertrouwen in wat wetenschappers zeggen. 

Dat blijkt uit een online enquête onder lezers van Nature en Scientific American. Vooral onderzoek naar voedselveiligheid, antidepressiva en grieppandemieën wekt weinig vertrouwen bij de lezers. Alleen uitspraken van wetenschappers over hernieuwbare energie, evolutie en het ontstaan van het universum kunnen rekenen op veel vertrouwen. 

Grote verschillen zijn er tussen Europese en Amerikaanse respondenten. Van de Europeanen voelt 66 procent zich ongemakkelijk bij de risico’s van kernenergie tegenover achttien procent van de Amerikanen. Ruim tweederde van de Europese lezers wantrouwt ook meer wat wetenschappers zeggen over grieppandemieën, tegenover 31 procent van de Amerikaanse lezers. De onderzoekers verklaren dit door de negatieve publiciteit rondom het H1N1 vaccin in Europa. In Amerika werd die controverse veel minder groot.

Aan het onderzoek van de bladen deden 21 duizend lezers mee, waarvan een vijfde deel aangeeft te zijn gepromoveerd. Het merendeel leest overigens het populairwetenschappelijke Scientific American, en niet het gerenommeerde Britse wetenschappelijke tijdschrift Nature. In hoeverre de regionale verschillen representatief zijn, is de vraag. Bijna vijfduizend Amerikanen gaven hun mening en zo’n twaalfhonderd Duitsers, maar bijvoorbeeld slechts 269 Chinezen.

Wetenschappers hoeven zich overigens niet al te veel zorgen te maken. De lezers zien hen nog steeds als betrouwbaarste bron van informatie als het gaat om medische of wetenschappelijke kwesties, vóór bijvoorbeeld familieleden, journalisten of politici.

Een ander resultaat uit de enquête: zeventig procent van de lezers vindt dat in tijden van economische crisis niet gekort mag worden op de financiering van wetenschappelijk onderzoek. Als tegenbezuiniging kiezen de meeste respondenten voor defensie.

Hoger Onderwijs Persbureau

Advertentie