Occupy: Een introductiekamp voor actievoerders
Ook in Utrecht hebben de actievoerders van de Occupy beweging tenten neergezet. Het opvallende tafereel achter het Stadhuis trekt veel geïnteresseerden. Tegelijk blijkt het niet makkelijk om van zo’n gemengde groep van studenten, beroepsactievoerders en zwervers een eenheid te maken.
Twee jonge studentes lopen wat verbaasd kijkend langs de tenten op de Ganzenmarkt. Een actievoerder spreekt ze aan. Hij vertelt dat ze hier de tenten hebben opgebouwd omdat de machtsverhoudingen helemaal scheef liggen. De rijken worden rijker, de armen zijn de dupe. Ze knikken begrijpend en geven een voorbeeld van een schrijnende tegenstelling tussen arm en rijk uit hun eigen ervaring.
Even later komt een ouder echtpaar voorbij. Netjes gekleed vormen ze een contrast met de actievoerder. “Wij komen om te zeggen dat we jullie steunen”, zegt de man, steunend op zijn stok. “Alleen zijn we te oud om ook hier te blijven.”
Paniek
Zo trekt de Occupy beweging in Utrecht veel bekijks. Even is er paniek. “Jongens, de burgemeester komt eraan.” Maar dat blijkt vals alarm. Ondertussen zijn de ‘vaste bewoners’ van het kamp bezig met een ‘general assembly’. Zo’n tien actievoerders zitten in een grote tent voor de oude brandweerkazerne op een paar oude banken. Deze keer gaat het niet over de strijd tegen het kapitalisme, maar moeten heel veel praktische zaken geregeld worden. Morgen is er een djembee-sessie. Daar moeten flyers voor gemaakt worden en de buurt moet worden ingelicht. Een andere jongen heeft een illegaal radiostation gecreëerd en vraagt wie wil helpen uit te zenden. Eigen muziek meenemen. Het animo onder de aanwezigen om wat te doen is gering, zodat het steeds op twee, drie mensen neerkomt. De vermoeidheid lijkt zijn tol te eisen.
De kroegbaas die energie beschikbaar stelde is boos omdat de actievoerder die de energie aftapte in slaap is gevallen en onnodig lang getankt heeft. Een ander beschuldigt een Poolse mede-actievoerder ervan een fles ranja uit een tent te hebben gehaald. “Ik heb genoeg van die storende factor. Hij is steeds dronken en wij hebben afgesproken dat we geen alcohol drinken,” zegt een vrouw. Bijna tegelijk trekt een dakloze een blikje bier open. Zijn daad ontsnapt even aan de aandacht, maar even later wordt ook hij terecht gewezen: ‘Wegwezen met dat bier of het bier wegzetten.” De onderlinge irritatie is voelbaar. Misschien helpt het idee om uit de donatiepot kruiken te kopen bij de Accion en zo de sfeer te verbeteren. De handjes gaan omhoog als teken van agreement.
Introductiekamp
Bij de vergaderaars zit ook de Utrechtse student Alex Beunders, die actief is bij de kritische studenten. Hij is een keer naar Amsterdam geweest en heeft een nachtje in Utrecht geslapen. Vergaderingen bezoekt hij regelmatig. “Ik zie het een beetje als het introductiekamp voor actievoerdes”, zegt hij. “Hier komen mensen vanuit verschillende groepen bij elkaar en gaan met elkaar in dialoog. Die crisis is heel complex en door met elkaar te discussiëren krijg je meer zicht op het geheel. Ik denk dat nu een basis gelegd wordt en dat de echte demonstraties pas volgend jaar komen.” Alex vindt dat ook het leuke van het tentenkamp. “Het maakt de betrokkenheid laagdrempelig. Bij een demonstratie loop je een keer mee achter een paar slogans. Nu is er een vaste plaats waar je terecht kunt en meer informatie kunt krijgen.”
Alex zou meer invloed van de universiteit toejuichen. “Op het eind van de vergadering vroeg iemand naar contacten met de academische wereld, bijvoorbeeld om een lezing te organiseren. Dat zou heel mooi zijn. Bij de kritische studenten pleiten we voor een grotere maatschappelijke functie van de universiteit. Die dreigt te verdwijnen, zoals je ziet bij veel grote instituties, waar het allemaal over geld gaat.”
Amsterdam
Op dit moment is de rol van studenten niet groot. Occupy is niet een studentenbeweging, zoals maatschappelijk protest dat in de jaren zestig en zeventig wel vaak was. In Amsterdam is het aantal tenten groter dan in Utrecht. Ondanks de aangeplakte pamfletten, spandoeken en kleurrijke figuren doet het tentenkamp wat grauw aan. Dat het onophoudelijk miezert helpt niet mee. Hier en daar staan plukjes mensen te roken, maar de meeste Occupy-demonstranten zitten droog en enigszins warm in de grote tent op het plein. Daar wordt gekletst, overlegd en gitaar gespeeld.
Chris, tweedejaars student Indiase en Tibetaanse cultuur aan de Universiteit Leiden, struint wat rond over het terrein. Hij doet mee omdat hij “wil laten zien dat het anders kan, dat een samenleving mogelijk is waarin mensen voor elkaar zorgen.” Tegenwoordig komt winst maken boven de zorg voor een ander, zegt hij, en dat moet veranderen.
Hij heeft er al negen nachten in een tent opzitten. Alleen vannacht sliep hij thuis omdat hij ‘s ochtends een tentamen moest maken. Of hij blijft als straks de colleges weer beginnen, weet hij nog niet. “Misschien ga ik pendelen.”
Het is vanmiddag ‘vrij rustig’ constateert Samantha, eerstejaarsstudent natuur- en sterrenkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Ze komt vrijwel elke dag even langs om te kijken hoe het met de demonstranten gaat. Soms kan ze helpen, bijvoorbeeld met het halen van water.
Volgens Lars, een dertiger die “een beetje optreedt als woordvoerder”, slapen maar weinig demonstranten daadwerkelijk op het plein. “Veel mensen hebben werk of een studie. Zij doen dit ernaast. Dat maakt het soms ook lastig om alles te organiseren.” Hij is zelf “jaren geleden” afgestudeerd als politicoloog en werkt nu parttime “voor een uitgever”. Een fulltime baan kon hij niet vinden. Zijn frustratie? “Dat mensen werken maar toch niet kunnen rondkomen, terwijl bankdirecteuren bonussen binnenslepen, op risico van de staat.”
Dit artikel kwam tot stand met een bijdrage van het Hoger Onderwijs Persbureau