'Onderscheid titels is achterhaald'
Staatssecretaris Zijlstra houdt vol dat hij af wil van het “gekunstelde onderscheid” tussen bachelor- en mastertitels voor hbo’ers en academici. Anders raken studenten in het buitenland onnodig in de problemen.
Het huidige Nederlandse verschil in graden is “theoretisch” en “achterhaald”, zei Zijlstra maandag in de Tweede Kamer. Hij is niet bang dat het gelijktrekken van de titels tot een devaluatie van het universitaire diploma leidt: “Heel veel andere landen hebben het over ‘universities’ die minder niveau hebben dan onze hogescholen. Wij moeten op dit punt niet roomser willen zijn dan de paus.”
Afgestudeerden van universiteiten mogen bachelor of master ‘of arts’, dan wel ‘of science’ achter hun naam zetten, maar hbo’ers niet. Die voeren tot nog toe een specifieke toevoeging in hun titel, bijvoorbeeld ‘bachelor of theatre in education’, die in één oogopslag duidelijk maakt dat ze een beroepsgerichte opleiding hebben gevolgd. Dat brengt hen echter in de problemen als ze een vervolgopleiding willen doen in het buitenland, want daar wordt zo’n graad niet erkend.
Volgens Zijlstra is een hbo-diploma niet minder dan een universitair diploma, maar “anders”: hogescholen bieden beroepsgerichte opleidingen, terwijl universiteiten research-opleidingen aanbieden. Niet de titel, maar de naam van de instelling waar ze zijn afgestudeerd moet dit duidelijk maken: een hogeschool is geen ‘university’ maar een ‘university of applied sciences’.
Er is lang gesproken over het al dan niet gelijktrekken van de bachelor- en mastergraad. De commissie-Veerman pleitte vorig jaar voor de opheffing van het onderscheid en ook Zijlstra vindt dat het tijd is voor duidelijkheid. Van de hbo’ers gaat achttien procent voor studie naar het buitenland. En meer dan zestig procent van de buitenlandse studenten in Nederland volgt een opleiding aan een hogeschool. Daarom is het belangrijk dat hun titels internationaal worden erkend.
In het debat betoonde alleen de PVV zich een faliekant tegenstander van het plan. PVV-woordvoerder Beertema diende een motie in om het recht op het verlenen van een mastertitel alleen aan universiteiten te bieden. Zijlstra begreep daar weinig van. Hogescholen bieden immers al een tijdje professionele masters aan.
D66-kamerlid Van der Ham vroeg wel aan Zijlstra om bij invoering te controleren of hogescholen zich daadwerkelijk ‘university of applied sciences’ noemen. CDA-woordvoerder De Rouwe diende bovendien een motie in om een gestandaardiseerd diplomasupplement in te voeren wanneer het onderscheid in titulatuur komt te vervallen. Zo’n toevoeging aan een diploma, waarin een opleiding nader gespecificeerd wordt, is sinds september 2010 weliswaar verplicht, maar de inhoud verschilt per instelling.
Hoger Onderwijs Persbureau