'Onderzoek leidend bij masteraanbod’

In Nederland is plaats voor twee à drie topuniversiteiten. Dat vindt aankomend rector Bert van der Zwaan. Als Utrecht daar bij wil horen, zullen er forse keuzes gemaakt moeten worden. Daarbij is de excellentie van het onderzoek leidend, ook bij het bepalen van het masteraanbod. Bovendien moet de universiteit veel meer zijn gezicht laten zien in het maatschappelijk debat.

Pas op 25 maart wordt Bert van der Zwaan, voormalig decaan van Geowetenschappen, geïnstalleerd als de nieuwe rector van de Universiteit Utrecht. Maar vanaf januari loopt hij zich al enthousiast warm, als Rector In Opleiding, zoals hij dat zelf zegt. En als ze dan vragen om een praatje te houden over de ideale universiteit en ten behoeve van de discussie een scherpe positie in te nemen, wordt het moeilijk om je in te houden. Ook al hebben ze nog zo gezegd voorzichtig te zijn als DUB in de zaal zit.

Dus kwam Bert van der Zwaan dinsdag 15 maart tijdens het door de universiteitsraad georganiseerde symposium over de ideale universiteit met een stevig verhaal. Om te prikkelen. En vielen de universiteitsraadsleden achterover van hun stoel. ‘Dat worden leuke, pittige debatten.’

Academic tribe

Van der Zwaan constateert dat maatschappelijk draagvlak voor de universiteiten in Nederland niet meer vanzelfsprekend is. De universiteit heeft aan gezag ingeboet. De overheid heeft uitsluitend oog voor de vraag naar efficiency en kosten. De ‘control tribe’ heeft terrein gewonnen ten opzichte van de ‘academic tribe’ die meer de academische waarden laat prevaleren.

Koekjesfabriek

Een van de redenen is volgens Van der Zwaan dat in Nederland het ‘hoger onderwijs voor velen’ een doel op zichzelf is geworden. Daarmee worden de universiteiten teveel gezien als koekjesfabrieken die na vier jaar een product afleveren. Studeren is geen voorrecht meer. De overheid heeft weinig oog voor academische vorming.

In de ideale universiteit verwacht Van der Zwaan veel meer ambitie van de studenten en voor de docenten meer ruimte voor intensieve en op vorming gerichte colleges. Geen leuke of mooie praatjes, maar laten zien dat het hard werken is om kennis en inzicht te verwerven. Van der Zwaan volgt de keuze van de UU voor selectie aan de poort. Hij wil daarbij niet alleen kijken naar cijfers, maar vooral naar motivatie en ambitie.

Teveel universiteiten

Er moet dus het nodige veranderen, in de ogen van de nieuwe rector, om die ideale universiteit dichterbij te brengen. En hij richt voor inspiratie de blik daarvoor over de landsgrenzen. Als je kijkt naar Noord Amerika is het opvallend hoeveel universiteiten Europa herbergt. Alleen al in Nederland zijn dertien grote universiteiten en nog een paar kleine. Die kunnen allemaal goed zijn, maar niet allemaal top. In andere Europese landen, zoals Denemarken, Frankrijk, Duitsland en Engeland, worden al maatregelen genomen om te komen tot grote topuniversiteiten. Meestal in de vorm van fusies of samenwerking.

Toppositie

Ook in Nederland is heroverweging aan de orde, en het rapport Veerman biedt daartoe ruimte. Hij denkt dat er in het ideale Nederland plaats is voor twee of drie topuniversiteiten. Utrecht kan in zijn ogen tot die selecte groep behoren, onder andere door samenwerking met Eindhoven. Maar, zo weet Van der Zwaan ook, een toppositie verwerven gaat niet zomaar.

Minder masters

Daarvoor zijn keuzes nodig, en daarbij is leidend op welk onderzoeksterrein Utrecht kan excelleren. Over de volle breedte gaat niet. Dat heeft ook gevolgen voor het onderwijs in de masterfase. De Universiteit Utrecht zou vooral (internationale) researchmasters moeten aanbieden die passen bij de focusgebieden van de universiteit. Dit betekent selectief kijken naar de masters en schrappen van masters buiten de focusgebieden. Maar het is niet alleen schrappen, het kan ook betekenen dat er op bepaalde gebieden wellicht masterprogramma’s bij moeten komen.

Breed bacheloraanbod

In zijn perspectief behoudt Utrecht wel zijn brede aanbod van bachelors. Op dit terrein heeft de universiteit naast een (inter)nationale ook een regionale functie. Utrecht zou zich blijvend moeten onderscheiden met de kwaliteit van het onderwijs: kleine groepen, slimme en innovatieve toetsing, gedifferentieerd aanbod voor verschillend talent. Utrecht moet de universiteit zijn waar iedere student het maximale uit zichzelf haalt, maar daarbij ook geholpen en gestimuleerd wordt.

Private sector

Het onderzoek blijft volgens Van der Zwaan baanbrekend en onafhankelijk, maar met meer oog voor maatschappelijke toepassingen. “Mensen moeten weten: als ik een probleem heb, ga ik naar de Universiteit Utrecht.” In Amerika zie je een trend dat ook meer geld uit de private sector komt. Dat zal ook in Nederland toenemen, verwacht hij. Zo kan de universiteit een rol spelen in het maatschappelijke debat en haar gezag terugverdienen. Overigens blijft in de ideale universiteit van de nieuwe rector ruim plaats voor fundamenteel onderzoek. De universiteit is dé plek voor ‘curiosity driven research’.

 RA

 

Advertentie