Onvindbare ouders? Toch beurs!
Studenten met onvindbare ouders moeten hun recht op een aanvullende beurs behouden. Daarvoor heeft CDA-parlementariër Sander de Rouwe zojuist gepleit in het Kamerdebat over de studiefinanciering.
Als het aan VVD-staatssecretaris Halbe Zijlstra ligt, verdwijnt de aanvullende beurs voor studenten met weigerachtige of onvindbare ouders. De regeling is te ingewikkeld en te duur om in stand te houden, vindt hij. Hij wil minder ‘uitzonderingen’ in de studiefinanciering toestaan.
De oppositie nam deze versobering vanmiddag onder vuur. Het gaat om een kwetsbare groep, vond Tanja Jadnanansing van de PvdA. Je pakt de student in plaats van de ouders, voegde Boris van der Ham namens D66 daaraan toe. Het is al lastig genoeg om een beroep op deze regeling te doen, stelde André Rouvoet van de ChristenUnie.
Zelfs het CDA haakte bij de critici aan. Weigerachtige ouders kun je misschien nog via het wetboek aanpakken, overwoog Sander de Rouwe. Maar onvindbare ouders? Waarom zou je studenten geen aanvullende beurs meer geven als hun ouders onvindbaar zijn? Hij wil van de staatssecretaris weten om hoeveel studenten het eigenlijk gaat en wat voor verhalen erachter schuilgaan.
De PvdA opperde om weigerachtige ouders wettelijk te verplichten tot betaling van hun ouderlijke bijdrage. Dat zou een oplossing kunnen zijn voor deze groep.
De VVD hield zich op de vlakte.
Hoger Onderwijs Persbureau