Op de carrièredag kijk je verder dan je studie

Ze is tweedejaars en loopt nu al rond op de banenmarkt van de Carrièredag. Ze gaat zo meteen zelfs een workshop volgen. Geertje weet dat de banen met haar keuze voor Literatuurwetenschap niet voor het oprapen liggen. Maar toch hoopt ze nog wel op die baan bij een uitgeverij die ze voor ogen had toen ze met de studie begon.

De UU Career Start ging gisteren van start met de Carrièredag in het Educatorium waar door verschillende bedrijven workshops worden gegeven en bedrijven zich op een markt presenteren. Ook kun je dit keer zien welke van de aanwezige bedrijven een stageplaats heeft. Handig voor Ruslan en Jurriaan die beide tweedejaars economie studeren en een internship zoeken. Ruslan – student uit Kazachstan -  wil deze  zomer al werkervaring opdoen. Jurriaan heeft nog een jaartje maar toch heeft hij net zijn cv al laten checken bij Young Executive Recruitment. Hij denkt dat hij wel een kansje maakt. “We volgen allebei het honours programma en zij zoeken de beste studenten.”

Het bedrijvenaanbod op de markt vinden ze een beetje eenzijdig, maar beide denken dat ze met hun opleiding wel goed terecht zullen komen. Dat blijkt ook wel uit de Arbeidsmarktmonitor 2009 waarin studenten worden gevolgd die in 2008 (af)studeerden. Landelijke gemiddelden worden afgezet tegen die van Utrecht. En hoewel de arbeidsmarktpositie van hoger opgeleide iets is verslechterd, doet de UU-afgestudeerde het over het algemeen goed. In totaal heeft 92 procent werk gevonden. Een meerderheid – 75 procent – heeft een baan in het verlengde van de opleiding en 67 procent van hen werkt op wo-niveau.

Tikkie sneller

Ook vinden de Utrechtse alumni na gemiddeld twee maanden een baan. Dat is een tikkie sneller dan het landelijke gemiddelde. Maar de Utrechtse starter op de arbeidsmarkt verdient daarentegen gemiddeld wel een tikkie minder: 2451,90 euro bruto, ofwel 140 euro minder dan het landelijke gemiddelde.

Wat opvallende gegevens zijn dat UU-studenten meer dan gemiddeld op stage gaan in eigen land, maar minder bestuurlijke ervaring op te doen dan het landelijke gemiddelde. Ook kiest een UU-master vaker voor een promotietraject, veel vaker voor een universitaire lerarenopleiding en gaan zij vaker dan elders nog een andere bacheloropleiding doen na hun master. Leuk te lezen is dat de oud-UU’er veelal in of in de buurt van Utrecht blijft werken.

Meer aandacht

Wat enkele opeenvolgende jaren ook uit de arbeidsmonitor naar voren komt, is dat de studenten vinden dat de universiteit hen beter zou moeten voorbereiden op de arbeidsmarkt. Van de studenten die zich al laten informeren, gaan de meesten naar activiteiten die door de eigen opleiding zijn georganiseerd en dat maar weinigen naar de centraal georganiseerde dag komen. Daar is dit jaar dus verandering in gebracht, zegt Leon van de Zande van Onderwijs en Onderzoek. Behalve dat er in de colleges meer aandacht voor werk na de studie is, worden er deze week verschillende activiteiten op zowel centraal als facultair niveau georganiseerd. De week wordt afgesloten met de mastervoorlichtingsavond. “De gegevens uit de arbeidsmarktmonitor worden altijd geanalyseerd en op sommige punten wordt dan actie ondernomen”, zegt Van de Zande. “Zo hebben we de gegevens uit deze arbeidsmarktmonitor bijvoorbeeld ook gebruikt om ons meer te richten op de arbeidsmarkt bij het opstellen van masterprogramma’s.”

Waar de universiteit niets aan kan veranderen, is het startsalaris van alumni of het feit dat geesteswetenschappers zeer veel moeite hebben om een baan te vinden. Van de Zande: “Uiteindelijk komen de meeste alfa’s wel goed terecht, maar zij hebben een langere weg te gaan om werk op niveau en in hun richting te vinden dan een bètastudent. Die komt na afstuderen vrijwel meteen in een bètaomgeving terecht.”

Prettig

Dirk-Jan en Marijke die beide de master Informatica aan het afronden zijn, vinden het prettig te horen dat hun kans op werk relatief groot is. “Maar ik moet zelf nog precies uitvinden wat voor baan ik zou willen”, zegt Dirk-Jan. Dat is ook precies de reden waarom hij hier op de banenmarkt rondloopt. Marijke twijfelt nog of ze misschien niet liever wil gaan promoveren, of misschien nog eens op een universiteit in het buitenland wil rondkijken. Beide zijn voor het eerst op een dergelijke markt. “Nu het einde van de studie in zicht is, is de noodzaak er. Maar ik vind dat je van een wo-opgeleide ook mag verwachten dat ze zelf de weg naar de arbeidsmarkt wel weet te vinden.”

Geertje die een meer somber toekomstperspectief heeft, is erg blij met de Carrièredag. “Op de site heb ik een testje gedaan en daardoor werd ik er op gewezen dat het misschien goed zou zijn als ik een bestuurlijke minor zou doen. Ik doe ook al Engels naast Literatuurwetenschap, zodat ik de optie heb om het onderwijs in te gaan. De workshop van de Kamer van Koophandel volg ik, omdat ik veel mensen ken die een eigen bedrijfje hebben opgezet en ik wil weten of dat ook iets voor mij is. Door te kijken welke bedrijven hier nou staan, kom ik misschien nog wel op andere ideeën. Ook als geesteswetenschapper kun je verder kijken dan je studie.”

GK

Advertentie