Politiek: joelen voor het eigen team

Politiek lijkt soms net voetbal. De partij van wie jij supporter bent, valt luid gejoel ten deel terwijl de opponenten al fluisterend belachelijk worden gemaakt. De verkiezingen voor de Provinciale Staten staan voor de deur, en dat betekent: debat. Donderdagavond was de aula van het Academiegebouw het toneel waarop vijf kandidaten de degens kruisten over onderwerpen die jongeren aangaan.

De uitslag van de Statenverkiezingen wordt vaak bepaald door de dagkoers van de landelijke politiek. Dat die landelijke politiek dus op zijn minst een beetje het debat zou insluipen, was te verwachten. Daarom begon gespreksleider Jelle Aalbers met het voorleggen van enkele stellingen uit de landelijke politiek, om het onderwerp vervolgens taboe te verklaren. Deze avond, georganiseerd door Jongeren Politieke Utrecht(JPU), moest gaan over de provincie. Over viaducten, het stimuleren van duurzame energieopwekking en jeugdwerkloosheid.

Dat gebeurde aan de hand van vijf stellingen, waarover vervolgens door de politici één-op-één gedebatteerd werd. Hierna volgde telkens een korte plenaire sessie waarin de overige deelnemers zich konden mengen, waarna tenslotte het publiek – een man of zestig – nog de gelegenheid kreeg tot vragen.

Echt tot leven kwam het debat niet. Is het omdat provinciale onderwerpen zich nou eenmaal minder lenen voor een levendig en scherp debat? Of zijn de kandidaten voor de Provinciale Staten gewoon minder door de wol geverfd dan hun landelijke tegenhangers met wie we bijna dagelijks op tv worden geconfronteerd?  Dat laatste valt te bezien. Met name Zohair el Youssini (VVD) maakt indruk als debater. Behendig stuurt hij het onderwerp in het één-op-één-debat met Ali Essousi (PvdA). Waar het moest gaan over studentenhuisvesting (de stelling: “Het woningtekort voor starters en studenten is een probleem van de gemeentes. De provincie moet zich hier niet mee bemoeien”), ging het al snel over de waardevermindering van koophuizen wanneer je de overal in de stad ‘betonnen PvdA-flats’ neerzet.

Jacqueline Versteeg (D66), de enige in het gezelschap die al ervaring heeft als Statenlid, concludeert achteraf dan ook fijntjes dat El Youssini de steun van de luid aanwezige JOVD’ers in de zaal eigenlijk niet nodig had. Zelf doet ze het zonder steun uit de zaal (“ik ben hier alleen”), en lijkt na vier jaar Statenervaring niet meer onder de indruk van een debatje meer of minder. Of een aanwezige D66-achterban tegenwicht had kunnen bieden aan de JOVD’ers is de vraag. Politiek lijkt soms net voetbal, als het om de aanhang gaat. Luid gejoel valt hun kandidaat ten deel – wat hij ook zegt –, terwijl zijn opponenten al fluisterend belachelijk worden gemaakt. “Een bevooroordeeld zootje”, vinden de JOVD’ers het, toen bleek dat El Youssini zijn punt over de hypotheekrenteaftrek niet mocht afmaken –debatleider Jelle Aalbers bleef consequent op dit punt.

Tegenover de ervaren politici stonden meerdere debutanten. Aalbers –zelf een fervent debater- leidde voor de eerste keer een politiek debat en Nadine Onrust (GroenLinks) vond zichzelf eveneens voor het eerst terug in een verkiezingsdebat. Zeker in het begin uitte zich dat door wat onhandigheden met de microfoon én met de partijstandpunten, maar tegen de tijd dat de stellingen vier en vijf aan de beurt waren, deed ze vlot mee aan het format.

Hoewel de debaters het deden voor een publiek van zestig man, werd ze van tevoren voorgehouden dat ze via dat publiek een tien keer zo grote massa konden bereiken. En dat is belangrijk, zegt mede-organisator Inge Kielen van de Jonge Socialisten, “want je stemt op iemand die iets te zeggen heeft. Het is belangrijk je daar van bewust te zijn, en daarom willen we een zo hoog mogelijke opkomst creëren.” Verkiezingen dus, op 2 maart, voor de Provinciale Staten, die vervolgens weer de leden van de Eerste Kamer kiezen. Waarvan akte.

Thijs Kuipers

Voor wie het ook na dit debat nog niet weet, standpunten vergelijken kan hier 

 

 

Advertentie