Rechter ingezet om collegegeld te verlagen

De Universiteit Utrecht en zeven andere instellingen krijgen vandaag de dagvaarding van de Stichting Collectieve Actie Universiteiten overhandigd. De SCAU spant een kort geding aan om uitstel van betaling te krijgen van het in hun ogen te hoge instellingscollegegeld voor een rechtenmaster.

De afstudeerscriptie van de voorzitter van de SCAU, masterstudent Wijsbegeerte aan de UU Cees Zweistra, loopt enige vertraging op. Maar dat is deze zaak hem wel waard, zegt Zweistra die al een master ondernemingsrecht op zak heeft. Na maanden hard werken is de dagvaarding van 140 pagina’s exclusief bijlages af. Acht universiteiten worden gedaagd – het zijn de acht universiteiten die een rechtenmaster aanbieden; hierop ligt de focus van de SCAU.

De inzet van het kort geding is uitstel van betaling van het instellingscollegegeld zoals dat door de verschillende universiteiten is bepaald. Vanaf dit collegejaar moeten studenten die al eerder een masteropleiding hebben afgerond en dit jaar met een nieuwe masteropleiding beginnen, het instellingscollegegeld betalen. Dit omdat het rijk een tweede master niet meer financiert. De SCAU zet vraagtekens bij de bedragen die universiteiten rekenen en vraagt zich af waarom er zulke grote verschillen zijn tussen collegegelden van de universiteiten.

Dit voorjaar stuurde de SCAU daarom een bombrief naar vijf verschillende universiteiten met de vraag de hoogte van de instellingscollegegelden te onderbouwen. Tevreden met de antwoorden waren ze niet. “Dus toen zijn we zelf aan het rekenen geslagen en kwamen uit op een bedrag van 5500 euro. Wij vinden dus dat universiteiten niet meer dan dit bedrag mogen vragen en proberen ons gelijk te halen via de rechter. Als wij het kort geding winnen, dan hoeven studenten niet meer dan dat bedrag te betalen.”

Het gaat om een voorlopige regeling. Vandaag gaat ook de bodemprocedure van start over de hoogte van het instellingscollegegeld. Deze procedure moet onder meer helderheid geven in de prijs-kwaliteit verhouding van een masteropleiding.

Zweistra: “De universiteiten geven wel argumenten voor de bedragen die ze vragen, maar die zijn in het algemeen gebaseerd op de hoogte van de subsidie die ze voor een student zouden krijgen en die ze nu dus mislopen. Wat raar blijft is dat de verschillen in bedragen tussen de universiteiten hiermee niet worden verklaard. Waarom is bijvoorbeeld een rechtenmaster in Groningen goedkoper dan één in Utrecht.”

Om in Utrecht te blijven: een masteropleiding Rechten kost 14.280 euro. Dit bedrag is gebaseerd op het onderwijsbekostigingsmodel van een alfastudie van het ministerie plus het collegegeld. Het bedrag is net lager dan de som van het bedrag dat de rechtenfaculteit gemiddeld kwijt is aan een student plus de overhead en huisvesting. Een kleine vergelijking: in Leiden betaal je 14.650 euro voor een rechtenmaster terwijl je in Groningen 7900 euro betaalt. De SCAU wil ook voor de rechter duidelijk krijgen of er prijsafspraken zijn gemaakt tussen de universiteiten. Zo lijken de twee Amsterdamse universiteiten dat gedaan te hebben.

Inmiddels zijn er ook al Kamervragen gesteld over het instellingscollegegeld, maar Zweistra heeft niet echt een hoge pet op van de kwaliteit van de vragen. “De vragen zijn terecht en de bedoelingen zijn goed, maar het ontbreekt de Kamerleden aan kennis. Logisch dat de minister de vragen dan kan afdoen met het antwoord dat de instellingen zelf de hoogte van het collegegeld mogen bepalen. Dat klopt, maar instellingen moeten, zo staat in dezelfde wet, het onderwijs toegankelijk houden en de gevraagde bedragen goed onderbouwen. En over die twee punten moeten de universiteiten zich verantwoorden in de bodemprocedure.”

Gaat de bodemprocedure vandaag van start, het kort geding zal – zo denkt Zweistra – eind september plaatsvinden. “De gedaagde universiteiten hebben twee weken de tijd om te reageren. Daarna wordt een datum geprikt waarop het kort geding zal plaatsvinden."

In Eenvandaag werd Cees Zweistra gisteren geïnterviewd.

Advertentie