Rechtvaardiger is hij die is uitgerust

“De psychologie geeft inderdaad veel handvatten tot manipulatie, maar als je weet hoe het werkt, kun je je er ook tegen wapenen.” Annemarie Loseman promoveert maandag 24 oktober op haar onderzoek naar het rechtvaardigheidsgevoel. Wie mentaal is uitgeput, is minder rechtvaardig.

Wat een mens rechtvaardig vindt of niet, hangt onder meer af van ‘hoe zij er innerlijk voorstaan’, zegt Annemarie Loseman (32).  Mensen met aardig wat zelfvertrouwen zijn minder gevoelig voor onrechtvaardige situaties dan mensen met minder zelfvertrouwen. Als je mensen daarin gaat manipuleren, kun je zelfs een overwegend rechtvaardig persoon onrechtvaardige reacties ontlokken.

Annemarie LosemanLoseman is haar hele leven al nieuwsgierig naar wat de mens beweegt. Absurd gedrag, mensen die zich niet conform de regels gedragen, vindt ze intrigerend. Waarom doen zij dat? Ook de vraag waarom de ene mens iets onrechtvaardig vindt en de andere niet, is een vraag die haar al sinds haar kindertijd bezighoudt. Zo vond zij het als kind onrechtvaardig dat roofdieren de dieren op de familieboerderij aanvielen, terwijl haar ouders dat niet zo voelden. Waarom is dat?

Aangerand

Vier jaar onderzoek en zes experimenten verder weet ze meer over hoe rechtvaardigheidsgevoel werkt. Wie over de achtergrond van dat onderzoek in haar proefschrift leest, kan bijvoorbeeld leren dat je je als werkgever maar beter rechtvaardig kan gedragen ten opzichte van je personeel. Op die manier worden je werknemers loyaler. Het meest intrigerende experiment dat het proefschrift staat beschreven, heeft als onderwerp een meisje dat wordt aangerand.

In dit experiment dat ze zowel met Utrechtse studenten als met winkelende Rotterdammers heeft uitgevoerd, wordt onderzocht hoe rechtvaardig mensen blijven als het idee van hun rechtvaardige wereld – iedereen krijgt wat hij of zij verdient - wordt verstoord.

De proefpersonen werden in vier groepen onderverdeeld. Om de proefpersonen in een bepaalde stemming te brengen, voor ze de echte opdracht moesten uitvoeren, kregen de verschillende groepen verschillende opdrachten. Twee groepen kregen een moeilijke opdracht waardoor ze mentaal moe aan de eigenlijke test moesten beginnen. De andere twee groepen kregen een makkelijke opdracht en konden nog vol energie de eigenlijke testvraag beantwoorden.

Na de voorbereidende opdrachten kregen alle proefpersonen hetzelfde krantenbericht te lezen. Dat ging over een meisje dat was aangerand. Daarna werd ze de afloop van de zaak meegedeeld. Eén nog energieke en één mental vermoeide groep kreeg te horen dat de aanrander was gepakt. De andere twee groepen (ook een energieke en een vermoeide) werd verteld dat de aanrander nog op vrije voeten was. Toen werden enkele vragen gesteld die tot de concluderende vraag leidde: ‘Draagt het meisje zelf schuld aan haar aanranding’.

Verrassend

De resultaten waren verrassend. “Het is inderdaad heel erg, maar de mensen die vermoeid waren en dachten dat de aanrander nog op vrije voeten was, vonden in grotere mate dat het meisje schuld trof dan wanneer ze dachten dat de dader was aangehouden. In deze groep zaten behalve vrouwen ook een redelijk aantal mannen. Hoewel het misschien te verwachten is, was er geen significant verschil tussen de antwoorden van vrouwen of mannen. Op die manier, zo blijkt, proberen mensen heel primair het idee van een rechtvaardige wereld in stand te houden. De vermoeide mensen waren niet in staat om op een andere manier met de bedreiging van dit wereldbeeld om te gaan. Daarom waren zij meer geneigd te zeggen dat het slachtoffer dit lot over zichzelf had afgeroepen.”

“Een uitkomst als deze”, zegt Loseman, “is natuurlijk ontzettend cru. Zo’n meisje wordt voor de tweede keer slachtoffer. Het is dan ook niet verwonderlijk dat vrouwen die zijn aangerand, het moeilijk vinden om naar de politie te gaan. Een veel voorkomende reactie is helaas ‘zo’n heftige gebeurtenis zal toch ook wel een beetje aan de vrouw zelf hebben gelegen’. En naarmate de situatie onrechtvaardiger is, wordt er sterker op deze manier geoordeeld.”

Bij de twee groepen die te horen kregen dat de dader was gepakt, was de uitslag iets anders. Hier werd minder vaak het meisje als medeschuldige aangewezen. Het recht had tenminste enigszins zijn loop gehad, de wereld was nog steeds een rechtvaardige plaats.

Student als proefpersoon

Opvallend aan de experimenten van Loseman is dat ze er voor drie Utrechtse studenten als proefpersoon gebruikt. “Binnen de sociale psychologie is het heel gebruikelijk om studenten als proefpersoon te gebruiken. Op die manier kun je de uitkomsten van jouw onderzoek gemakkelijker vergelijken met andere onderzoeksresultaten binnen de sociale psychologie. Maar omdat je toch graag een algemeen geldende conclusie wilt, zou het beter zijn om ook andere participanten te vragen. Dat heb ik in mijn onderzoek wel proberen te doen. Voor de andere experimenten heb ik ook winkelende mensen in Hoog Catharijne en Rotterdam als proefpersoon gevraagd en willekeurige studenten en medewerkers in De Uithof. Dat is voor een onderzoek naar rechtvaardigheid zeker relevant.”

Over de rol van haar onderzoek binnen de wetenschap blijft ze bescheiden. “Het is een onderzoek op de vierkante millimeter. Maar de kennis over menselijk gedrag is wel weer wat gegroeid.” Ook wordt maar weer eens duidelijk hoe gemakkelijk mensen te manipuleren zijn. “De psychologie geeft inderdaad veel handvatten tot manipulatie, maar als je weet hoe het werkt, kun je je er ook tegen wapenen.” 

Annemarie Loseman: Me, Myself, Fairness, and I. On the Self-Related Processes of Fairness Reactions; Promotor Kees van den Bos

Tags: psychologie

Advertentie