Rector: studenten moeten bewuster kiezen en harder studeren
Universiteiten moeten de motivatie van toekomstige studenten peilen voordat deze de universiteit betreden. En studenten moet duidelijk worden gemaakt dat er ‘ontzaglijk veel’ van ze gevraagd wordt. Deze stevige uitspraken deed rector Bert van der Zwaan dinsdag tijdens een symposium van het Centrum Studiekeuze.
Het Centrum Studiekeuze, dat zowel universitaire studenten, hbo-ers en middelbare scholieren helpt bij het maken van een studiekeuze, enquêteerde dit voorjaar studenten die in de afgelopen twee jaar door het Centrum begeleid werden. Op het symposium werden de resultaten hiervan gepresenteerd. Uit het onderzoek blijkt dat 86 procent van de begeleide studenten met tevredenheid terugkijkt op de geboden ondersteuning. Driekwart van de ondervraagden geeft aan nadien een studie te hebben gevonden die aansluit bij de eigen interesse.
Van der Zwaan gaf een korte reactie op het onderzoek, waarbij hij geen blad voor de mond nam. Hoewel hij het Centrum Studiekeuze complimenteerde met de goede resultaten van de enquête, plaatste hij ze in een negatief beeld van het hoger onderwijs. Volgens hem wordt in Nederland “op een bijna niet te accepteren manier talent verspild”. Middelbare scholieren oriënteren zich te laat op hun vervolgstudie en maken ondoordachte keuzes. Juist daardoor lopen ze in hun eerste jaar vast en kloppen ze bij het Centrum Studiekeuze aan. Middelbare scholen moeten hun leerlingen dus eerder vragen ‘wat wil je nou met je leven?’, zodat zij bewuster gaan nadenken over hun vervolgopleiding.
Ook is de houding van veel studenten verkeerd, aldus Van der Zwaan. “Zij zien studeren als een recht en niet als een voorrecht.” Volgens hem heeft dit heeft tot gevolg dat al decennia de efficiency van het hoger onderwijs laag is, terwijl de kosten hoog liggen. De rector kwam daarom met ideeën om de overgang naar de universiteit beter te laten verlopen. Een voorstel is om alle toekomstige studenten in een vroegtijdig stadium, dus nog voor het begin van het collegejaar, via een online-formulier vragen voor te leggen over de studie waarvoor ze zich ingeschreven hebben. Zo worden ze wel gedwongen om hun motivatie te verwoorden; want wie niets invult, komt de UU niet binnen. Selectie aan de poort, zoals al toegepast bij onder andere University College, ziet hij ook als een optie, maar alleen als er een grote groep belangstellenden is voor slechts een beperkt aantal plaatsen.
Verder moet de universiteit vanaf dag één van de studie benadrukken dat er een grote inzet van studenten gevraagd wordt. De UU wil gemotiveerde, ambitieuze studenten. Van der Zwaan hoopt de uitval in het eerste jaar ook te beperken door het tutoraat uit te breiden. Tutors kunnen eerstejaars begeleiden bij het ‘leren studeren’, om zo de kloof tussen de middelbare school en de universiteit te dichten. “Dan wordt het Centrum Studiekeuze hopelijk overbodig”, grapte de rector.
Tenslotte moet de universiteit harder worden, volgens Van der Zwaan. Hij doelt op de groep ‘langstudeerders’ die aanklopt bij het Centrum Studiekeuze: studenten die al één keer fout gekozen hebben en ook bij de tweede keuze niet op hun plek zijn. Na de keuzebegeleiding kiest een deel van hen voor de derde keer een nieuwe studie. Uit het onderzoek blijkt dat deze studenten zelfs bij hun derde studie minder succesvol zijn en weinig vertrouwen hebben het eerste jaar te halen. Van der Zwaan: “We moeten dan duidelijker worden. Als het gewoon niet lukt, is dat geen ramp. Er is het HBO, er zijn andere opleidingen… Geluk hangt niet af van een universitaire titel. Juist daarom moeten we kunnen zeggen: het is beter als je stopt.”