Regels aangescherpt voor buitenlandse studenten

Studenten van buiten Europa die in Nederland studeren, moeten vanaf 2011 jaarlijks minstens de helft van hun studiepunten halen. Anders verliezen zij hun verblijfsvergunning.

De Wet modern migratiebeleid die op 1 januari van kracht wordt, maakt onderwijsinstellingen verantwoordelijk voor het bijhouden van de studieprestaties van hun studenten van buiten de Europese Economische Ruimte (EU, Liechtenstein, Noorwegen en IJsland). Als een student niet genoeg studiepunten heeft gehaald, moet de instelling dit bij de IND melden. Die trekt dan de verblijfsvergunning van de student in. 

Voordeel van de nieuwe wet is dat studenten niet langer elk jaar hun verblijfsvergunning hoeven te verlengen. Behalve de rompslomp scheelt dat ook ruim vijftig euro per verlenging. Niet-EER studenten krijgen vanaf 2011 een verblijfsvergunning voor de duur van hun hele opleiding.

In het oude systeem gold dat niet-EER studenten twee jaar konden uitlopen met hun studie. Zo lang een student bij een instelling stond ingeschreven, werd de vergunning in principe verlengd. Ook in de nieuwe regeling kunnen studenten uitlopen, maar alleen als ze in de jaren daarvoor telkens de helft van hun punten haalden. Ze moeten dan alsnog hun verblijfsvergunning verlengen. 

De wet wordt aangescherpt, omdat de overheid wil dat studenten van buiten de EER naar Nederland komen voor studie en niet om geld te verdienen. Om dezelfde reden besliste demissionair minister Donner onlangs dat hij de regels voor bijbaantjes van deze studenten niet gaat versoepelen. Niet-EER studenten hebben de keuze: ze mogen maximaal tien uur per week werken, of alleen in de zomermaanden. Daarvoor moeten zij bovendien een tewerkstellingsvergunning aanvragen. Stage lopen mag alleen als dat een verplicht onderdeel van de studie vormt. 

Kamerleden Jadnanansing (PvdA) en Ferrier (CDA) hadden de minister gevraagd om de 10-urennorm voor werk te versoepelen, omdat de studenten niet rond zouden kunnen komen. Maar volgens Donner is het niet de bedoeling dat zij zo sterk afhankelijk zijn van een bijbaan om hier te kunnen studeren. Om die reden wordt vooraf gecontroleerd of zij over voldoende bestaansmiddelen beschikken: ten minste 765 euro per maand. 

De 10-urennorm is ooit ingesteld nadat uit onderzoek bleek dat een bijbaan van meer dan tien uur tot slechtere studieresultaten leidde. Of dat verband nog steeds bestaat, wordt momenteel onderzocht. Donner wil eventueel in de loop van 2012 bekijken of de norm alsnog omhoog kan. 

Hoger Onderwijs Persbureau (HOP)

Advertentie