'Seksonderzoeker' Hanneke de Graaf: Ik heb me verkeken op de media

Zelf vond ze het niet zo opmerkelijk, haar bevinding dat driekwart van de jongeren stapsgewijs naar geslachtsgemeenschap toegroeit. Groot was dan ook de verbazing van onderzoeker Hanneke de Graaf toen kranten vorige week uitpakten met sensationele koppen over seks op jonge leeftijd. “Ik had beter moeten opletten.”

‘Jongeren: eerst seks, dan zoenen’. De vette kop in de Metro van woensdag 25 augustus loog er niet om. ‘Vooral laagopgeleide en allochtone jongeren hebben eerst geslachtsgemeenschap en zoenen daarna pas’, vervolgde het gratis ochtendblad in nauwelijks minder vette letters, om de sensatiebeluste lezer daarna door te verwijzen naar pagina 4 voor verdere onthullingen.

STABIEL GEZIN

De Graaf: “Het grappige was dat daar eigenlijk best een aardig stukje over mijn onderzoek stond met als kop ‘Seks later bij jeugd uit een stabiel gezin’. Die kop dekt de lading, want in mijn proefschrift en in het persbericht van de universiteit staat dat driekwart van de jongeren, met name als ze uit stabiele gezinnen komen, stapsgewijs steeds wat verder gaan op seksueel gebied. Ze doen eerst ervaring op met tongzoenen, vervolgens met voelen en strelen onder de kleren, dan met naakt vrijen, en ten slotte met geslachtsgemeenschap.

“In het persbericht stond echter ook dat ongeveer een kwart van de jongeren, waaronder relatief veel allochtone en lager opgeleide jongeren, bij het opdoen van seksuele ervaringen afwijkt van dit gangbare patroon. Achteraf gezien kan die passage gemakkelijk verkeerd begrepen worden, maar ik had er totaal niet op gerekend dat journalisten zich daar zo massaal op zouden focussen, en al helemaal niet dat zij het zo zouden interpreteren dat een kwart van de jongeren zonder enige seksuele ervaring direct overgaat tot geslachtsgemeenschap. Dat is helaas wel gebeurd, ook in kwaliteitskranten zoals de Volkskrant.”

TELEURGESTELD

De Graaf verwijt zichzelf dat zij zich bij het opstellen van het persbericht onvoldoende heeft verplaatst in journalisten. “Ik heb me echt verkeken op de media. En dat terwijl ik toch al vaker met journalisten te maken had gehad, dus ik had beter kunnen weten.” Maar zij is ook teleurgesteld. “In de eerste plaats vind ik dat koppenmakers wel erg gemakkelijk voor een sensationele kop kiezen zonder zich af te vragen of die de lading dekt. Maar wat me ook is tegengevallen, is dat zelfs journalisten met wie ik uitgebreid heb gesproken, toch dat verkeerde accent hebben gelegd.

“De mevrouw van het ANP vroeg me bijvoorbeeld netjes of het klopte dat een kwart van de jongeren meteen het bed in duikt. Ik heb haar uitgebreid uitgelegd dat seks niet hetzelfde is als geslachtsgemeenschap en dat maar een klein deel van de jongeren met elkaar naar bed gaat, zonder eerst gezoend te hebben. Ik dacht echt dat ik het duidelijk had verteld, maar tot mijn verbazing stond in haar stukje toch één op de vier. Ik baalde enorm, vooral omdat ik juist deze ene keer had vergeten om het stukje vooraf ter inzage te vragen.”

VOOROORDEEL

Als gevolg van de smeuïge koppen kreeg De Graaf steeds meer journalisten aan de lijn, die tot haar opluchting soms ook heel goede berichten maakten. Met name over de stukken in de Standaard en NRC is zij te spreken. Maar de vreugde van de universitaire voorlichter die haar belde met de vraag of zij tevreden was over zoveel publiciteit, kan zij niet delen.

“Voor de universiteit is veel publiciteit misschien leuk, maar voor het veld is dit soort foutieve berichtgeving alleen maar schadelijk. Het vooroordeel over de losbandige jeugd van tegenwoordig wordt weer eens bevestigd, terwijl uit mijn onderzoek iets heel anders blijkt. Ik heb dan ook verschillende bezorgde collega’s en samenwerkingspartners aan de lijn gehad. ‘Ouders online’ belde geschrokken: ‘moeten we de voorlichting op onze website aanpassen?’

OP HAAR HOEDE

Op de site van de Rutgers Nisso Groep, waar Hanneke de Graaf werkzaam is, staat inmiddels een stukje waarin de onderzoeker tekst en uitleg geeft. Haar promotie afgelopen dinsdag heeft er niet onder te lijden gehad, maar zij weet wel dat zij voortaan extra op haar hoede zal zijn bij het opstellen van een persbericht. Publiciteit? Graag. Maar niet op de manier waarop het nu is gegaan. “Dit had ik achteraf graag anders gezien.”

EH

Tags: media

Advertentie