Studenten: maak onderwijs uitdagender
DUB maakte in maart een verslag van een discussie over de ideale universiteit, en het gebrek aan bevlogenheid bij studenten. Dat leverde veel reacties op. Studenten vinden over het algemeen dat het gebrek aan ambitie niet aan hen ligt, maar aan de opzet van het onderwijs. DUB legde de kritiek van de studenten voor aan rector Bert van der Zwaan.
Van der Zwaan (foto) vindt het goed dat er zoveel discussie is over hoe de universiteit beter kan, naar aanleiding van het artikel op DUB. “Onderwijs heeft het hart van veel studenten en docenten en dat is prima. Dit doet er toe, en dat is hartstikke goed.”
Op sommige punten is Van der Zwaan het eens met de studenten, bijvoorbeeld dat examencijfers niet de doorslag moeten geven bij selectie aan de poort. Maar hij is er niet mee eens dat het beperken van het masteraanbod leidt tot minder goed onderwijs.
Hieronder een selectie van de reacties van de studenten, voorzien van commentaar van Van der Zwaan.
Reactie van ‘Isabelle’: "Selecteren aan de poort vind ik een slecht plan. Op de middelbare school stond ik voor al mijn profielvakken een 6 aan het einde van het jaar. Nu op de universiteit sta ik gemiddeld een 8. Ik zou niet toegelaten zijn."
Van der Zwaan is het hier mee eens. “Examencijfers zijn niet altijd even goede verwijzers. Er is wel één hele goede, dat is het wiskundecijfer. Dat is opmerkelijke goede indicator voor later studiesucces. Maar voorlopig denken we er niet aan om examencijfers te gebruiken. We denken ook nog niet aan keiharde selectie aan de poort.”
De universiteit mikt meer op matching dan op selectie, zegt Van der Zwaan. Door middel van een intakegesprek zou dan getoetst worden of een aankomende student geschikt is voor de studie die hij of zij wil gaan volgen. “De experimenten die we tot nu toe op dit gebied hebben gedaan, zijn heel hoopvol. In geen van die gevallen spelen eindexamencijfers volgens mij een doorslaggevende rol.” In juni worden de plannen met de onderwijsdirecteuren verder besproken, vertelt de rector.
Reactie van ‘Tosca During’: “Aan de ene kant wordt er gesteld dat er 'teveel studenten' zijn, waardoor het niet meer als privilege wordt beschouwd om te studeren, en aan de andere kant willen jullie meer bachelors (gevolg: meer studenten) en minder masters (waar jullie waarschijnlijk minder op verdienen denk ik zo)."
Van der Zwaan: “Als er iemand denkt vanuit de portemonnee dan is het de overheid. Dat wij daardoor aan onze portemonnee moeten denken is juist. Op het ogenblik moet je constateren dat er teveel studenten kiezen voor de universiteit, terwijl ze bij het HBO gelukkiger zouden worden. Dit omdat HBO niet aantrekkelijk genoeg is als alternatief. Dat vinden wij slecht.”
Minder studenten aan de universiteit dus, zegt Van der Zwaan. “Wij zouden door de grote toeloop van studenten naar het WO, de capaciteit graag begrenzen. Wij vragen de minister daarvoor medewerking. Het is nu zo dat wij steeds meer studenten hebben moeten verstouwen tegen steeds minder inkomsten[z1] . Verder willen we natuurlijk graag gewoon hele goede bachelorstudenten, die echt thuishoren op de universiteit..
“Willen wij minder masterstudenten op grond van financiering? Nee. Dat is gewoon niet waar. Wij willen goede masterstudenten, en wij denken dat we het aantal masteropleidingen moeten beperken omdat we niet alles goed kunnen doen.”
Als de Universiteit Utrecht kleiner moet worden om de kwaliteit op te voeren, dan moet dat maar, zegt Van der Zwaan. “Misschien moeten wij wel krimpen. Wij hebben helemaal geen groeidoelstellingen. Sterker nog, we hebben eerder laten weten dat wij onder bepaalde voorwaarden wat minder studenten willen hebben, maar dan moet de overheid wel onze financiering bewaken. Vandaar ook dat de Vereniging van Universiteiten (VNSU) nu heeft voorgesteld te doen aan capaciteitsbegrenzing. Daar zijn wij voor. De doorlopende groei aan studenten kunnen de universiteiten gewoon niet opbrengen.”
Reactie van ‘SOP’: “Bij de meeste vakken die ik heb gevolgd was het elke keer weer een verrassing waarover de docent het dit keer weer ging hebben. Wat ik ook vaak heb meegemaakt is dat een docent pas NADAT het college afgelopen is zijn syllabus (als .pdf-bestand) ging bijwerken, en dan konden we de meest recente versie weer downloaden.”
Van der Zwaan: “Zowel docenten als studenten moeten goed voorbereid zijn, laat dat duidelijk zijn. Onze docenten werken zover ik weet heel hard en consciëntieus. Ook op faculteiten waar ze zwaar belast zijn wordt er veel voorrang geven aan de omgang met studenten. Ondanks deze zware belasting. Dat blijkt ook uit evaluaties. Dat is een hele goede controle op de kwaliteit van het onderwijsproces.”
Studenten Geesteswetenschappen krijgen sinds dit jaar de gemiddelde oordelen over deelaspecten van een cursus toegezonden. Die scores kunnen worden afgezet tegen een facultair gemiddelde. Tegen het zo openbaarmaken van evaluaties is bezwaar gemaakt door het personeel, omdat zij dit een inbreuk op de privacy van de docenten vinden.
Van der Zwaan: “Ik vind dat docenten en studenten mogen weten wat er over elkaar gezegd wordt. De betrokken studenten hebben recht op de uitkomst van de evaluatie. Als de evaluatie geheim blijft, heeft het geen zin.”
Reactie van ‘m vd Boomen’: “Wel ja, nog bredere pathwork bachelors en snijden en stroomlijnen van het masteraanbod, dat wordt de laaste doodsteek van de universiteit. Zo worden de masters net zo massaal als de bachelors (weinig contacturen, groepswerk ipv individueel werk, grote afstand docent-student, ongemotiveerdheid alom, diploma's uit de koekjesfabriek ). Relatief kleinschalige masters, van maximaal 60 per jaar, zijn de enige plekken waar nog kritische intellectuelen worden opgeleid, waar studenten en docenten gepassioneerd kunnen zijn.”
Van der Zwaan: “Ik deel de redenering hierboven niet. Het betekent niet noodzakelijkerwijs dat de overgebleven masters drukker worden, want je hebt ook meer staf tot je beschikking. Kleine groepen en veel contact is het uitgangspunt, onder alle omstandigheden. Dat is ons uitgangspunt van ons onderwijs, zeker bij de masters.”
“De researchmasters willen we graag koppelen aan de focusgebieden waar we sterk in zijn. Dat betekent dat we niet alle masters overeind kunnen houden. Dat betekent dus inderdaad dat we van sommige masteropleidingen gaan zeggen: dat doen we niet meer, dan moet je maar naar een andere universiteit gaan.”
Hoe voorkom je dat masteropleidingen te vol raken? “We hebben de harde knip. En bachelor als eindstation, let maar op, zal in de toekomst in toenemende mate geaccepteerd worden Ook omdat de financiering van de masteropleiding verandert, de overheid heeft daar een mening over. We zullen dus ook voor die masters selectiever toelaten.” Hoe, dat weet Van der Zwaan nog niet. “Dat ligt echt heel ver weg, maar in kader van de bevindingen van de commissie-Veerman wordt daar wel over nagedacht.”
Reactie van ‘Ben01: “Zo heb je een vak Strafrecht waarin het hele Wetboek van Strafrecht wordt behandeld. Je leest het boek, leert de juridische problemen en oplossingen, en destilleert een antwoord (…) Een onderdeel van de academische vorming hoort ook te zijn het begrip achter de wetgeving. Probeer zelf eens een wet te maken en kom in aanraking met de problematiek die daarbij komt.”
Van der Zwaan: “De vraag is: welke verhouding kies je tussen kennis en competentie? In het middelbaar onderwijs geleidelijk een groot accent weggehaald bij kennis en ‘stampen’. Niet alleen voor Rechten, maar ook voor andere studies is dat echt een probleem. Kennisverwerving wordt onderschat. We moeten er oog voor houden dat kennis heel belangrijk is. Vergezichten kan je alleen begrijpen als je de feiten kent.”
“Aan de andere kant: het mag ook niet zo zijn dat een studie helemaal verwaterd in feiten. Maar dat kan ook niet waar zijn. Dat is niet de bedoeling.”
Reactie van ‘Lisa’: "In Utrecht worden (…) tijdens de Master onderzoeksvragen voorgekauwd. Geen wonder dat studenten niet leren om kritisch na te denken (...) Het valt mij inderdaad ook op dat studenten vaak niet goed voorbereid naar colleges komen, en in te leveren opdrachten maar half maken. Als ze vervolgens voor dat halve werk wel een voldoende halen, is er echter ook geen reden voor deze studenten om meer hun best te doen. Misschien is inderdaad een strengere selectie (of beoordeling) van docenten hier op zijn plaats."
Van der Zwaan: “Wij zijn groot voorstander van het aanbrengen van meer uitdagingen in het onderwijs. Elke studierichting moet zijn eigen honours-programma krijgen. Zodat studenten die dat willen ook heel veel uitdaging kunnen krijgen. Dat wordt dan ook erkend met een honours-certificaat. In Utrecht hebben we bijvoorbeeld naast de gwone opleiding rechtsgeleerdeheid een honours-opleiding, Law College, met meer uitdaging. Die mensen zijn ook heel erg gewild op de arbeidsmarkt in de private sector.”
“Het studieklimaat in Nederland is in de breedte niet altijd even uitdagend. Vandaar dat we die honourstrajecten universiteitsbreed willen invoeren.” Studeren op twee verschillende snelheden, dus? “De ene student zegt: dit jaar wil ik naast mijn studie nog een andere dingen doen, dat is een legitieme keuze. De ander gaat vol voor zijn studie met meer uitdaging dan gemiddeld.”
Reactie van ‘Jan-Jelle Witte’: "Tijdens mijn bachelor moest ook bijna alles in groepjes, zogenaamd om ervaring te krijgen met groepswerk maar eigenlijk gewoon omdat docenten dan minder opdrachten na hoeven te kijken. Met een enkele uitzondering draait het er dan op uit dat je een stel meelifters moet gaan meezeulen, of dat je groepsgenoten besluiten dat een 6 genoeg is en dat elke verdieping of uitbreiding waar je mee komt alleen maar ten koste gaat van hun vrije tijd. Erg demotiverend, en als je er over klaagt vinden docenten je alleen maar lastig."
Van der Zwaan is het er mee eens dat groepswerk tot een minumum beperkt moet worden. Maar: “Je kunt op dit moment met de capaciteit met de beste wil niet vragen dat ze niet in groepsvorm mogen werken. Het is duidelijk praktische nood. Er zitten nadelen aan. Dat erkennen docenten ook. Er is geen enkele docent die dit de ideale onderwijsvorm vindt.
“Aan de andere kant: na je studie moet je ook samenwerken. Je kunt ook zeggen: ik ga er voor zorgen dat die meelifters in actie komen. Ik ga mijn managementcapaciteiten gebruiken om dit voor elkaar te krijgen. Er zitten ook voordelen aan, maar ik begrijp dat de nadelen voor sommige studenten heel lastig kunnen zijn.”
Reactie van ‘SF’: "Ik zie mezelf als bevlogen student, en ben juist bijna afgehaakt door een 'brede' bachelor, omdat het niet voldoende uitdaagt, en het je verplicht je te verdiepen in onderwerpen waarvoor je niet naar de universiteit bent gekomen."
Van der Zwaan: “Het doel van Universiteit Utrecht is om mensen optimaal op hun plek te krijgen. Wij moeten zorgen dat de talenten van de studenten optimaal gebruikt kunnen worden.”
“Dat betekent dat als iemand zegt: ik ben nog helemaal uitgekozen, ik wil graag iets aan biologie doen, maar ook aan scheikunde en ook iets aan biomedische vakken in jaar één, dan zou dat eigenlijk moeten kunnen. Ik ben voorstander van het bieden van mogelijkheden voor een breed eerste jaar. Maar als iemand komt: ik weet als sinds mijn derde wat ik wil worden. Als die persoon uitsluitend biologie wil studeren, dan moet dat ook kunnen. Die flexibiliteit zouden wij in het onderwijs moeten maken, en volgens mij kan dat ook.”
Reactie van ‘anton’: “De universiteit moet geleid worden door bevlogen mensen. Iemand schrijft: "Dus geef de universiteit terug aan degenen die het beste weten hoe er bevlogen onderwijs ontstaat: niet de managers, decanen en CvB's (geef HUN eens een efficiencykorting), maar studenten en docenten."
“De decanen die aan het hoofd staan van de faculteiten zijn allemaal stuk voor stuk mensen die een uitgebreide onderwijs- en onderzoekpraktijk hebben. Het mag dan modieus zijn om dit te zeggen, en misschien is er bij andere instellingen aanleiding toe, maar bij de Universiteit Utrecht mogen we ontzettend blij zijn met de decanen die er zijn. Diepgeworteld in de praktijk.”