Studenten naar de rechter
Het verhoogde collegegeld voor trage studenten is onrechtmatig. Als het wetsvoorstel van Halbe Zijlstra daadwerkelijk wordt aangenomen, zullen de studentenorganisaties naar de rechter stappen.
De regering is van plan studenten een hoger collegegeld in rekening te brengen als ze meer dan een jaar uitlopen in hun bachelor- of masteropleiding: geen 1672 euro, maar 4672 euro per jaar. Dat zou ook gaan gelden voor studenten die nu al vertraagd zijn. Belangenverenigingen van studenten zijn daar woedend om en haalden eerder bijna twintigduizend studenten naar het Malieveld om te protesteren.
De belangenbehartigers ISO, LSVb en LKvV hebben nu advies ingewonnen bij advocatenbureau Stibbe, dat voor hen een uitgebreid rapport heeft geschreven. Zijlstra’s wetsvoorstel rammelt volgens de advocaten aan alle kanten.
Een deel van de kritiek was al bekend. Zo menen de advocaten dat de wet strijdig is met het rechtszekerheidbeginsel, aangezien de wet met terugwerkende kracht gaat gelden. Studenten die nu al studievertraging hebben opgelopen, konden immers geen rekening houden met deze wet, maar moeten wel extra collegegeld betalen. Een hardheidsclausule is er niet. Maar volgens Zijlstra zou het juist oneerlijk zijn om de huidige studenten te ontzien en alleen de nieuwe te laten betalen.
Minder bekend zijn de internationale verdragen waar de advocaten mee schermen. Zo heeft Nederland het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten geratificeerd, waarin staat dat het hoger onderwijs voor iedereen toegankelijk dient te worden gemaakt “door de geleidelijke invoering van kosteloos onderwijs”. Met deze maatregels gaat Nederland juist de andere kant op, betogen de advocaten.
Bovendien lijkt het verhoogde collegegeld verdacht veel op een ‘boete’, oftewel een strafmaatregel: het rekent immers op een preventieve werking en is niet aftrekbaar van de belasting. Als het inderdaad om een boete gaat, zou de wet in strijd zijn met het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens. Daarin staat dat mensen niet met terugwerkende kracht voor een handeling kunnen worden veroordeeld, als die eerder nog niet strafbaar was.
Ook zou de wet strijdig zijn met het vrij verkeer van personen binnen de Europese Unie, omdat hij ook voor studenten uit andere EU-landen gaat gelden. De regering had moeten onderzoeken of EU-burgers zich laten hinderen door deze boete, vinden de advocaten.
Verder denken ze aan discriminatie. De wetgever maakt namelijk geen onderscheid tussen deeltijd- en voltijdstudenten, terwijl dat wel zou moeten: ongelijke gevallen mogen niet zomaar gelijk behandeld worden. Ook zijn sommige studies zwaarder dan andere, waardoor sommige studenten meer last van de maatregel krijgen dan andere.
Volgende week donderdag zal het wetsvoorstel in de Tweede Kamer worden besproken. De studenten vragen het parlement om de wet tegen te houden. Als dat niet gebeurd, stappen het Interstedelijk Studenten Overleg, de Landelijke Studenten Vakbond en de Landelijke Kamer van Verenigingen naar de rechter.
hoger onderwijs persbureau