Studenten runnen fictieve bierbrouwerij
Studenten Informatiekunde zijn voor een dag CEO, CFO of CMO van een bedrijf dat bier verkoopt. Ze moeten zich staande houden in een virtuele aandeelhoudersvergadering. Dat blijkt voor sommige studenten nog niet zo makkelijk.
De collegebanken van de opleiding Informatiekunde veranderen voor één dag in een aandeelhoudersvergadering. Termen als ‘depreciation’, ‘amortization’ en ‘KPI’ (key performance indicator, red.) worden gebezigd. Maar het gaat ook over bier, want dat is het product dat de bedrijfjes van de studenten verkopen.
“Waarom bier?”, reageert docent Han Hoogeveen lachend op een vraag van uw verslaggever. “Zo blijf je dicht bij de belevingswereld van de student.” Brede grijns.
‘Doe alsof het goed gaat’
Opdracht voor de studenten: houd een presentatie over de jaarcijfers van een virtueel bierbedrijf, en probeer zo goed mogelijk om te gaan met kritische vragen. Hoogeveen tegen de studenten: “Vertel ze waarom het goed gaat met het bedrijf. Of doe alsof het goed gaat met het bedrijf.” De opdracht is onderdeel van het vak Strategisch Management van Organisatie en ICT, waarin de studenten vijf weken een fictief bedrijf moeten runnen.
Sommige studenten hebben flink wat werk gestoken in hun presentatie. Dat is te zien aan de mooie Powerpoint-presentaties. Maar er is meer. Één groep maakte speciaal voor de opdracht eigen bierflesjes met zelfgemaakte etiketten, een andere maakte zelf een heus Sinterklaas-reclamefilmpje voor hun bier. Drie keer raden wat de persoon in de commercial ’s ochtends in zijn schoen vindt.
Geheime rekeningen
Terwijl de presentatie visueel vaak dik in orde is, rammelt het verhaal van sommige studenten zo nu en dan. Veel studenten kunnen de meest voor de hand liggende vraag (“waarom zouden wij in jullie bedrijf investeren?”) maar met moeite beantwoorden. “Dat is een goede vraag”, zegt er een, om daarna een lange stilte te laten vallen. Een ander geeft eerlijk toe: “Ik weet het niet, we hebben alleen lege zakken aan te bieden. Ons geld is naar geheime rekeningen in Zwitserland verdwenen.’