Teleurstelling over UU-afwijzing collegegeldvrij besturen
Het Utrechts universiteitsbestuur is niet van plan bestuursleden van verenigingen vrij te stellen van het betalen van collegegeld. Dat blijkt uit een reactie op een brief van universiteitsraadsfractie VUUR. VUUR zal maandag tijdens de universiteitsraadsvergadering vragen stellen over het UU-standpunt.
Het universiteitsbestuur liet de universiteitsraad in een brief weten weinig te voelen voor een vrijstelling van collegegeld voor studentbestuurders. Volgens het CvB zijn er binnen de huidige regelgeving nog voldoende mogelijkheden voor studenten om zich naast hun studie persoonlijk te ontwikkelen. Het college denkt daarom een rijk verenigingsleven overeind te kunnen houden zonder een uitzonderingspositie voor bestuurlijk actieve studenten.
Andere Nederlandse universiteiten zouden eenzelfde mening zijn toegedaan, vermeldt de brief. Ook wordt gewezen op de afhoudende reactie van staatssecretaris Zijlstra op initiatieven vanuit de Tweede Kamer om het collegegeldvrij besturen mogelijk te maken.
Met de stellingname reageert het CvB op een eerdere brief van universiteitsraadsfractie VUUR. VUUR wilde juist een vrijstelling van het collegegeld voor alle studentbestuurders. Eerder leek het college van bestuur er immers naar te neigen alleen bestuursleden van verenigingen met een eigen sociëteit de mogelijkheid te willen geven zich uit te schrijven.
In een persbericht kondigt fractievoorzitter van VUUR Roel Wouters aan maandag tijdens de universiteitsraadsvergadering vragen te zullen stellen over de kwestie. Hij noemt het niet redelijk dat studenten geld moeten betalen voor onderwijsfaciliteiten waarvan ze als voltijds bestuurder geen gebruik maken.
Bovendien vreest Wouters wel voor een verschraling van het Utrechtse studentenleven. “De langstudeerboete zorgt ervoor dat het minder aantrekkelijk wordt voor studenten om te kiezen voor een fulltime bestuursjaar. Terwijl dit belangrijk is voor hun eigen ontplooiing en zij een grote bijdrage leveren aan het veelzijdige studentenleven dat Utrecht rijk is.”