'Ter Horst stapt in valkuil'
HBO-raadvoorzitter Guusje ter Horst heeft niets te zeggen over het salaris van hbo-bestuurders en ze kan ook het onderwijs niet verbeteren. Ze zou misschien minder hoog van de toren moeten blazen, vindt Pim Breebaart.
“Je kunt nu al voorspellen dat deze woorden van Ter Horst, die overigens allemaal op zich genomen heel redelijk en ambitieus klinken, holle frasen zullen blijken te zijn”, aldus Pim Breebaart, die jarenlang voorzitter was van De Haagse Hogeschool. “De HBO-raad kan deze doelstellingen nooit bewerkstelligen. Dat moeten de hogescholen zelf doen. En een branchevereniging moet zich heel bescheiden opstellen.”
Waarom gaat de branchevereniging van de bestuurders zich bezighouden met de hoogte van hun eigen salaris, vraagt Breebaart zich af. Volgens hem gaan hun werkgevers over hun salaris, en dat zijn de raden van toezicht. Die hebben geen officieel samenwerkingsverband, zoals bijvoorbeeld de vereniging van toezichthouders in de zorg (NVTZ). “De HBO-raad moet van de beloningsstructuur van de bestuurders afblijven.”
Ook over onderwijskwaliteit heeft de vereniging van hogescholen weinig te zeggen, vindt Breebaart. “Ter Horst kan wel eisen dat er geen diplomafraude meer zal zijn. Ze kan vinden dat de rendementen na vijf jaar naar zeventig procent moeten. Maar welk middel heeft ze om dat te sturen? Geen enkel. Op instellingsniveau maakt men eigen afwegingen.”
“Ter Horst stapt met open ogen in de valkuil die door voormalige voorzitters Frans Leijnse en Doekle Terpstra zo goed werd herkend”, denkt Breebaart. “Eigenlijk kan de voorzitter van de HBO-raad alleen invloed uitoefenen door inhoudelijk gezag, als hij of zij daarmee het gedrag van de leden wijzigt.”