‘Tijdens coschappen deinsden patiënten voor me terug’
Voor vluchtelingen is het lastig een Nederlandse studie te voltooien. Toch lukte het de Afghaanse Sekander zijn diploma Geneeskunde te halen. Met zijn kennis heeft hij de taalhobbel overwonnen. “Ik begreep de taal van de patiënten misschien niet, maar ik snapte hun lichaam tot in detail.” Afgelopen zaterdag werd hij op de Dag van de Vluchteling samen met andere afgestudeerde vluchtelingen in het zonnetje gezet. Hij werd gefeliciteerd door Ruud Lubbers, de voorzitter van UAF.
Tijdens zijn Utrechtse studententijd was taal de grote vijand van Sekander Ensaf (38). Niet alleen was het contact met medestudenten en patiënten moeizaam door zijn gebrekkig Nederlands, ook het Engels waarin de torenhoge stapel artikelen van zijn studie was geschreven, was Chinees voor hem. “Terwijl studiegenoten in een middagje vier artikelen lazen, zat ik tot diep in de nacht over tien bladzijdes gebogen.”
Ook in de omgang met patiënten speelde de taalbarrière een belangrijke rol. “Toen ik coschappen liep in het Antonius Ziekenhuis, deinsden patiënten voor me terug”, zegt Sekander. “Dan stond ik klaar met een naald om bloed te prikken en keek de patiënt me argwanend aan: ‘Heb je dit wel eens eerder gedaan?”
‘Je vader is dood’
Sekander groeide op in het noorden van Afghanistan waar hij woonde met zijn ouders, broer en zus. Voor zijn studie Geneeskunde ging hij naar Rusland. Na zijn afstuderen keerde hij - 24 jaar oud - terug naar Afghanistan waar hij als basisarts aan het werk ging. Het land was sinds 1996 in de greep van de Taliban, maar rondom Mazare Sharif, de stad van Sekander, leek alles nog rustig.
Op een dag in 1999 sloeg alles om. “Mijn vader werkte bij defensie, Op een ochtend vertrok hij naar zijn werk en kwam niet meer thuis. Wij hadden nog niet echt door hoe zwaar de aanslagen van de Taliban er in hakten. Pas de volgende dag barstte het geweld echt los."
“Mijn oom wist te vertellen wat er met mijn vader was gebeurd. ‘Je vader is doodgeschoten’, zei hij ‘en nu is de Taliban op zoek naar jou. Je moet weg, het land uit. Zo snel mogelijk. Mijn oom voegde er aan toe dat hij had geregeld dat ik naar een veilig land zou worden gebracht. ‘Maar mijn moeder dan, en mijn vrouw’, vroeg ik hem. Hij zei: ‘Die zul je de komende tijd niet meer zien, want ik heb alleen maar geld om jou naar het buitenland te laten brengen. Zij zullen zelf moeten vluchten, naar Pakistan.” En zo ging het.
Vluchten in vrachtwagens
De reis die volgde was een nachtmerrie, zegt Sekander. “Ik verwachtte dat ik in een vliegtuig zou stappen of desnoods in een auto. Maar dat gebeurde niet, want de begeleiders bleken oplichters."
“Ik werd met 35 anderen in een vrachtwagen gepropt. We zaten onder een lading struiken, zodat de douane ons niet zou zien. De begeleiders sloegen als we iets zeiden, ik was de hele tijd bang dat ik iets verkeerd zou doen. We zagen hele dagen geen daglicht. Elke drie dagen wisselden we ’s nachts van vervoersmiddel. Kinderen werden praktisch in coma gehouden met de slaappillen. Wie toch huilde, kreeg een klap."
“Na achttien dagen reizen, zo bleek achteraf, bereikten we het voor mij onbekende Nederland. We waren via Oekraïne, Hongarije, Tsjechië en Duitsland gereisd. Gebroken werden we opgevangen in een asielzoekerscentrum. Ik sprak de taal niet, had weinig aansluiting bij de anderen en had nauwelijks geld.”
In het AZS kreeg Sekander zakgeld en taalles. Eens per week kwam er een dokter langs voor noodgevallen. Die verstrekte alleen medicijnen als je doodziek was, dus voor zijn slaapstoornis kreeg Sekander geen pillen. “Ik sliep niet, omdat ik last had van nachtmerries.” Hij zucht er eens even diep bij. “Ja, ja, wat een verhaal hè? Gelukkig heb ik later een verblijfsvergunning gekregen en kon mijn vrouw hierheen komen.”
Opleiding
Daarna ging het beter met Sekander. “Stichting Vluchteling-Studenten UAF betaalde een cursus Nederlands voor me in Amsterdam. Toen ik die gehaald had, hielpen ze me zodat ik uiteindelijk aan Geneeskunde kon beginnen. UAF betaalde mijn studie. Ik mocht in het derde jaar instromen." Daar kwam hij dus een nieuwe vijand tegen: de taal. Maar door zijn inlevingsvermogen en intelligentie overwon hij. “Aan patiënten toonde ik begrip. Ze waren bang en ik moest ze geruststellen, want dat is mijn taak als arts. Ik legde ze dus geduldig uit dat ik snapte dat ik onervaren overkwam, omdat mijn Nederlands niet vloeiend is, maar dat ik wel al een Russisch geneeskundediploma op zak heb. Ik begreep hun taal misschien niet, maar hun lichaam kende ik tot in detail. Als ik dat zei, ontspanden ze soms wel.”
Het Engels werd hij de baas dankzij veel geduld. “Artikelen liet ik vertalen op websites. Dat leverde vaak een absurd brabbelverhaal op, maar ik nam er de tijd voor me woordje voor woordje in de tekst te verdiepen.” Dat deed hij vooral ’s nachts, want in het weekend en in de avonduren moest hij gewoon werken. Hij heeft nu twee kinderen van twee en acht jaar oud. Doordeweeks liep hij coschappen. Een zware tijd, maar hij hield vol, want hij wilde koste wat kost zijn diploma halen. Dokter worden was al zijn droom toen hij een klein kind was. “Het UAF hielp me regelmatig als ik iets niet begreep van het Nederlandse systeem. Ik weet niet wat ik zonder hen had moeten doen.”
Vader
Als Sekander naar zijn toekomst wordt gevraagd, klaart zijn gezicht op. “Lekker werken. Ik ben net aangenomen bij Altrecht. Daarnaast wil ikl ook graag andere vluchtelingen helpen. Ik heb wel een paar tips voor ze. Ik zou ze bijvoorbeeld willen zeggen dat ze altijd moeten doorzetten. Want je moet niet afwachten tot studiegenoten of docenten je helpen, daarvoor zijn er teveel studenten.’
Sekander kijkt naar de foto van zijn vader die in een verder lege kast staat. Hij glimlacht. “Het is een mooie man. Ik denk nog heel vaak aan hem. Het is jammer dat hij zo vroeg gestorven is, hij was vijf jaar ouder dan ik nu ben. Ik mag blij zijn dat ik wel een toekomst heb."
Hij voegt toe: "Ik wil arts zijn. Ik wil een goede man zijn. En ik wil vooral eindelijk zelf een vader kunnen zijn. Want daar heb ik niet zoveel tijd voor gehad."
Afgelopen zaterdag was er een bijeenkomst in Amsterdam voor de 200 vluchtelingen die hun diploma dit jaar hebben gehaald. Sekander werd gefeliciteerd door Ruud Lubbers, de voorzitter van het UAF.
Het UAF Via het UAF studeren nu 21 vluchtelingstudenten aan de Universiteit Utrecht. In totaal heeft het UAF 1140 cliënten uit 83 landen die op dit moment op wo-, hbo-, en mbo-niveau studeren. Economie en Rechten zijn de meest populaire opleidingen, gevolgd door Geneeskunde. Een studentvluchteling heeft meestal al gestudeerd in zijn of haar land van herkomst, maar het diploma geldt hier vaak niet vanwege de cultuurverschillen en de taalachterstand. Het UAF helpt de vluchtelingen vroegtijdig kennis te maken met docenten en medestudenten om de kans op isolatie te verkleinen. Daarnaast zorgt het UAF ervoor dat de vluchtelingen geïnformeerd worden over de procedures binnen Nederlandse studies. Financieel ondersteunt de stichting de studenten ook, bijvoorbeeld door de studie te betalen voor studenten die te oud zijn voor studiefinanciering. |