U-raad zo goed als akkoord met studiepuntfinanciering
De meerderheid van de universiteitsraad gaat onder voorbehoud akkoord met het nieuwe universitaire verdeelmodel dat uitgaat van studiepuntfinanciering. Het college van bestuur moet dan nog wel aan een aantal strikte voorwaarden gaan voldoen.
Vanaf het nieuwe financiële jaar wil het college van bestuur het geld over de faculteiten onder meer verdelen via behaalde studiepunten. Bachelorstudenten mogen in dit model vier jaar over hun studie doen en masterstudenten twee of drie jaar, afhankelijk van de duur van de master. Het is het zogeheten C+1-model.
Daarmee is het college guller dan het ministerie van onderwijs dat universiteiten slechts betaalt voor het aantal nominale jaren C. De invoering van het nieuwe universitaire model gaat aanvankelijk budget neutraal in, pas in 2013 gaan de minder presterende faculteiten het in de portemonnee voelen. Tot die tijd, kan een faculteit orde op zaken brengen, is het idee van het college.
Pervers
De universiteitsraad blijft na twee eerdere vergaderingen ( 1 + 2) over dit onderwerp de financiële prikkel pervers vinden. Wat maakt het uit, is één van de opmerkingen, of een bachelorstudent de 180 studiepunten haalt in 3, 4 of 5 jaar? En hoezo zullen docenten en studenten niets merken van de veranderende bekostiging? Het faculteitsbestuur moet toch ergens het geld vandaan halen om het rendement van de studenten te verhogen?
Collegelid Hans Amman: “Het nieuwe verdeelmodel heeft alles te maken met de financiële hygiëne van de organisatie. Een vertaling van het landelijke verdeelmodel.” Collegevoorzitter Yvonne van Rooy: “Wij sturen niet op docenten en studenten, maar op de leiding van een faculteit.” Rector Bert van der Zwaan: “De kwaliteit staat los van de financiële maatregelingen. Het is onvermijdelijk dat uiteindelijk de twee zaken ergens bij elkaar komen, maar in eerste aanleg zijn ze gescheiden.” Het studiesucces, zei Van der Zwaan, kan vaak worden vergroot door organisatorische maatregelen te nemen. Amman: “Als we het als hele universiteit landelijk beter doen, krijgen we daar meer geld.”
Knopen
Maar, bracht de raad nog in, als de decanen en het college van bestuur het eens zijn dat het rendement omhoog moet, waarom moet daar dan nog een financiële prikkel tegenover staan? Dan zijn de verbeterde rendementscijfers toch al voldoende beloning?
“Niets helpt sneller dan een financiële prikkel”, reageert de rector. “Toen ik nog decaan was en er kwam een financiële prikkel, had ik zo al mijn knopen geteld. Faculteiten kunnen met hun eigen middelen schuiven en als ze zien dat investeren uit eigen middelen loont, dan gaan ze dat ook doen.”
Meisjesknop
Uiteindelijk werden de U-raad en het college van bestuur het eens dat de financiële prikkel slechts één van de vele knoppen is waar je aan kan draaien om studiesucces te vergroten en dat nog niet aan alle knoppen even succesvol wordt gedraaid. Het enige waar niemand iets aan kan doen, is het veranderen van jongens in meisjes. Dat zou een enorme rendementsverbetering te weeg brengen. “Maar”, zegt Van der Zwaan, “we moeten wel gaan nadenken over hoe jongens en meisjes hier binnen komen en wat we met de gendercomponent kunnen gaan doen.”
Uiteindelijk ging na een korte schorsing de universiteitsraad in meerderheid voorlopig akkoord. U-raadslid Fred Toppen: “We hebben nog wel een aantal strikte voorwaarden. Zo willen we een uitspraak van het college dat kwaliteit meer is dan rendement en dat er maatregelen moeten komen als er zich bij specifieke faculteiten knelpunten zullen voordoen. Deze voorwaarden moeten we nog exact gaan formuleren.”
De collegevoorzitter zei de “nadere omlijsting” af te wachten. Ze verwacht dat het nieuwe verdeelmodel in de volgende raad wordt afgekaart. Deze is op 14 juni en is tevens de laatste van het academische jaar.