UAF ruziet met minister over taaltoets artsen

Stichting voor vluchteling-studenten UAF en demissionair minister Klink van volksgezondheid zijn het oneens over de moeilijkheid van de taaltoets voor buitenlandse artsen. UAF houdt vol dat gevluchte artsen nauwelijks nog aan de bak komen.

 Vorige maand al gaf UAF aan dat steeds minder vluchteling-artsen hun diploma basisarts halen door in 2005 aangescherpte taaleisen. Die moeten sindsdien Nederlands spreken op 6 vwo-niveau om hun diploma basisarts te halen. Voor veel gevluchte artsen uit landen als Irak of Afghanistan is dat te hoog gegrepen.

 Niet handig, gelet op het dreigende tekort aan artsen, waarschuwde UAF-voorzitter Kees Bleichrodt. Medici uit landen in oorlog hebben vaak moeite met de Nederlandse taal, maar verstaan hun vak wel. “Doordat ze in eigen land al hebben gestudeerd, zijn het de goedkoopste artsen die je kunt opleiden.”

 Demissionair minister Klink van volksgezondheid antwoordt op kamervragen dat het wel meevalt met het aantal buitenlandse artsen dat de toets niet doorstaat. “Uit een onafhankelijke quick scan blijkt dat in de assessmentprocedure minder buitenlandse studenten stranden dan in de procedure van voor 2005.”

 Maar die cijfers geven een vertekend beeld, zegt een woordvoerder van UAF. “Dat gaat alleen over de studenten die de toets gemaakt hebben. Volgens ons zijn de eisen zo streng geworden, dat vluchtelingen van buiten de EU niet eens meer aan de toets beginnen.”

Dat zou ook verklaren waarom er sinds 2005 veel minder buitenlandse artsen in opleiding bij Nederlandse ziekenhuizen zijn gaan werken. Klink schrijft echter dat dit “het gevolg is van de sterk afgenomen toestroom van immigranten in Nederland in het algemeen”.

HOP

Advertentie